REVALIDATIE
por vandeputte Hélène
1. STRUCTUUR
1.1. AUTONOME INSTELLING
1.2. AFDELING ZIEKENHUIS
1.3. VERZORGINGSINSTELLING
1.4. SCHOOL
1.4.1. BUITENGEWOON ONDERWIJS
1.4.2. SPECIAAL ONDERWIJS
2. DIAGNOSE GROEPEN
2.1. AMPUTATIE
2.2. VERMOEIDHEID
2.3. EET EN DRINK
2.3.1. ANOREXIA
2.3.2. DIABETES
2.3.3. OVERGEWICHT
2.4. HERSENLETSELS
2.4.1. AANGEBOREN
2.4.2. NIET-AANGEBOREN
2.4.2.1. HERSENKNEUZING
2.4.2.2. REANIMATIE
2.5. COGNITIEVE STOORNISSEN
2.6. PSYCHISCHE PROBLEMEN
3. BETALING
3.1. ZIEKENBOND
3.2. ZELF?
3.3. TERUGBETALING
3.3.1. VERZEKERINGSMAATSCHAPPIJ
3.3.2. FONDS VAN ARBEIDSONGEVALLEN
3.3.3. FONDS VOOR BEROEPSZIEKTEN
4. WANNEER
4.1. ONGEVAL
4.1.1. AUTO
4.1.2. ARBEID
4.1.3. AANVAL
4.2. AANGEBOREN
4.3. ZIEKTE
4.3.1. CHRONISCH
4.3.2. KANKER
5. TEAM/THERAPEUTEN
5.1. ARTS
5.1.1. ARTS
5.1.2. ASSISTENTEN
5.2. FYSIOTHERAPEUTEN
5.3. ERGOTHERAPEUTEN
5.4. LOGOPEDISTEN
5.5. PSYCHOLOOG
5.5.1. PSYCHIATOR
5.5.2. ASSISTENTEN
5.6. REVALIDATIEVERPLEEGKUNDIGEN
5.7. BEWEGINGSANALOOG
5.7.1. MUZIEKTHERAPEUTEN
5.8. COGNITIEVE TRAINER
6. THERAPIEN
6.1. KINESI-FYSIO THERAPIE
6.1.1. KINDERFYSIOTHERAPIE
6.1.2. SPORTFYSIOTHERAPIE
6.1.3. MANUELE THERAPIE
6.1.4. BEKKENFYSIOTHERAPIE
6.2. LOGOPEDIE
6.2.1. SLIKKEN
6.2.2. TAAL
6.2.3. SPRAAK
6.2.4. STEM
6.2.5. GEHOOR
6.3. ERGOTHERAPIE
6.3.1. GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG
6.3.2. GERIATRIE
6.3.3. ONTWIKKELING
6.3.4. FYSIEK
6.3.5. COGNITIEF