Bewerkingen met eentermen

1. Eentermen vermenigvuldigen

1.1. 1: Vermenigvuldig de coëfficiënten

1.2. 2: Vermenigvuldig de letterfactoren. Pas de rekenregel toe om machten met hetzelfde grondtal te vermenigvuldigen.

1.3. vb: 2a.3a

2. Eentermen delen

2.1. 1: Deel de coëfficiënten

2.2. 2: Deel de lettergedeelten. Pas de rekenregel toe om machten met hetzelfde grondtal te delen.

2.3. vb: 25a:5a

3. De macht van een eenterm berekenen

3.1. Verhef elke factor tot die macht

4. Wat zijn eentermen?

4.1. Een eenterm is een product van een getalfactor en een letterfactor met een positieve exponent. v.b: 2p

5. Gelijksoortige eentermen:

5.1. Zijn eentermen met hetzelfde  lettergedeelte

6. Gelijksoortige eentermen optellen en aftrekken

6.1. 1: Tel de coëfficiënten op/trek ze af.

6.2. 2: Behoud het lettergedeelte.

6.3. vb: 2a+3a en 3a-2a