Middeleeuwen

Get Started. It's Free
or sign up with your email address
Middeleeuwen by Mind Map: Middeleeuwen

1. Manuscripten

1.1. Veel anonieme kunstenaars

1.2. Waarde

1.2.1. Zeer kostbaar

1.2.1.1. Uit perkament

1.2.1.2. Soms uit bladgoud

1.2.1.3. Maar aantal kopieën

1.2.1.4. Vroeger evenveel als stenen huis

1.3. Veel verloren gegaan

1.3.1. Door oorlog

1.3.2. Recyclage

1.3.2.1. Opnieuw gebruiken

1.3.2.1.1. Palimpsest (tekst van oude codexen schrapen)

1.3.2.2. Boekbindersmateriaal

1.3.2.3. Bladwijzer

1.4. Afwerking en inhoud

1.4.1. Verhouding tussen tekst en beeld uitgebalanceerd

1.4.2. miniaturen

1.4.2.1. Impact middeleeuws beeld heel groot

1.4.2.2. Verschillende functies in 1 beeld

1.4.3. Katernen aan elkaar vastgemaakt door te naaien

1.4.3.1. Houten plank met fluweel of leer beschermt katernen

1.4.4. Colofon is zeldzaam

1.4.5. Versierde initialen

1.4.5.1. Worden vaak miniaturen

1.4.6. Zijkant folio

1.4.6.1. Rij puntjes

1.4.7. Belangrijke woorden in rood aangeduid

1.5. Worden luidop voorgelezen of gezongen

2. Literatuur

2.1. 12e eeuw: 1e handschriften

2.1.1. Diets of Middelnederlands

2.2. Enkel geestelijken lezen en schrijven

2.3. Minstrelen en troubadours

2.3.1. Entertainment voor het hof

2.3.1.1. Verhalen en liedjes

2.4. Acteurs, jongleurs en acrobateurs

2.4.1. Entertainment voor het volk

2.4.1.1. Spel en kunstjes

2.5. Verhalen mondeling doorgeven

2.6. Steeds een moraal

2.7. Vele teksten anoniem overgeleverd

2.8. Volksteksten in rijm

2.8.1. makkelijker te onthouden

2.9. Soorten literatuur

2.9.1. De hoofse ridderroman

2.9.1.1. Brits-Keltische roman

2.9.1.2. Oosterse en klassieke roman

2.9.2. Didactische literatuur

2.9.3. Religieuze epiek

2.9.4. Dierenepiek

2.9.5. Ridderromans

2.9.6. De rederijkers

2.9.7. Het lied

2.9.8. De Karelroman

2.9.9. De mystiek

3. Religie

3.1. Ketterij

3.1.1. Mensen die afwijken van geloof = ketters

3.1.2. Zwaar bestraft zelfs tot de dood

3.1.3. Andere godsdiensten zijn verboden

3.2. God is de oorzaak van alles

3.2.1. Veel verklaringen

3.3. Steeds meer mensen werden christen

3.4. Opgestelde regels hoe je moest leven

3.5. Geestelijken

3.5.1. Priesters

3.5.1.1. Horen bij de kerk

3.5.1.2. Preken voor het volk

3.5.2. Monniken en nonnen

3.5.2.1. Leefden in kloosters

3.5.2.1.1. Kloosters vormden kern van de christelijke cultuur

3.5.2.1.2. Kloosterleven was één van de weinige manieren waarop je iets kon leren

3.5.2.2. Vele taken en zwaar werk

3.5.2.2.1. Administratief werk

3.5.2.2.2. Andere karweitjes

3.5.3. Veel macht

3.5.3.1. Alleen geestelijken konden lezen en schrijven

3.5.3.2. Besturen delen van rijk en adviseren

3.6. Pelgrims

3.6.1. Bezoeken bedevaartsplaatsen

3.6.1.1. Kans verkleinen op ziekten

3.6.1.2. Kans vergroten om in de hemel te komen

4. Positie van de vrouw

4.1. Naar het klooster voor vrijheid

4.1.1. Krijgen geestelijke positie : non

4.2. Lage afkomst

4.2.1. Boerenvrouwen

4.2.1.1. Werken voor inkomen

4.2.1.2. Oude vodden als jurken

4.2.1.3. Geen opleiding voor kinderen

4.2.1.3.1. Meisjes

4.2.1.3.2. Jongens

4.3. Volgens kerk

4.3.1. Zondedraagsters

4.3.2. Duivels speeltje

4.3.3. Man verleiden en van doel afhouden

4.3.3.1. Inquisitie

4.4. Hoge afkomst

4.4.1. Jonkvrouwen

4.4.1.1. Zorgen voor huishouden en kinderen

4.4.1.2. Veel verantwoordelijkheden in het kasteel

4.4.1.2.1. Kasteelheer weg: vrouw is de baas

4.4.1.3. Trouwden rond 12-14 jaar

4.4.1.3.1. Niet getrouwd

4.4.1.3.2. Getrouwd

4.4.1.3.3. Mogen niet kiezen met wie

5. Taal

5.1. Latijn

5.1.1. Christelijke taal

5.1.1.1. Door geestelijken gesproken

5.1.2. Wereldtaal

6. Maatschappij

6.1. Feodale stelsel

6.1.1. Eerste klap tijdens grote pestepidimie

6.1.2. Grote piramide

6.1.2.1. Bovenaan leenheer geeft grond aan leenman

6.1.2.2. Leenmannen of vazallen kunnen zelf als leenheer optreden

6.1.2.2.1. Verplichtingen in ruil voor leen