Parkinson

1. Cognitie

2. fase1 •zelfmanagementondersteuning • preventie inactiviteit • preventie angst om te bewegen/vallen • verbeteren fysieke capaciteit • verminderen pijn • uitstellen beperkingen in activiteiten

3. fase2-4• verbeteren of behouden van activiteiten, met name: - transfers - arm- en handvaardigheid - balans - lopen

4. Fase 4: ziekte manifesteert zich - stijfheid en traagheid - niet meer zelfstandig wonen - beven en trillen neemt af

5. Selectiviteit

6. Tremor dominant

7. Akinetische Agnosie

8. Fase 2: symptomen zijn bilateraal - moeizame coördinatie - normale fysieke taken voltooien is lastig

9. fase 5• onderhouden lichaamsfuncties • preventie decubitus • preventie contracturen • ondersteunen mantelzorgers/verplegend personeel

10. Fase 3: symptomen worden erger - kunnen niet meer rechtelozen of staan - vertraagde fysieke bewegingen

11. Fase 5: neemt fysieke bewegingen over - niet meer in staat om voor zichzelf te zorgen - niet in staat zelf te lopen of te staan - constante 1 op 1 verpleegkundige

12. Brandykinese

13. Rigiditeit

14. Houdingsproblemen

15. Freezing

16. Fase 1: milde symptomen - trillingen - schudding van ledematen - slechte houding - verminderde evenwicht - maskergelaat

17. Evenwichtsproblemen

18. Hypokinesie