1. Zintuigcellen in de huid
1.1. Tastzintuig
1.1.1. Geeft informatie als je iets aanraakt.
1.2. Pijnzintuig
1.2.1. Waarschuwt als je pijn hebt.
1.3. Drukzintuig
1.3.1. Informatie over de breekbaarheid als je iets oppakt.
1.4. Koudezintuig
1.4.1. Waarschuwt als het koud word
1.5. Warmtezintuig
1.5.1. Waarschuwt als het warm word
2. Neus en tong
2.1. Reukzintuig
2.1.1. Neus 2 neusholtes daartussen neustussenschot
2.2. Smaakzintuig
2.2.1. Ligt op tong
3. Oor
3.1. Onderdelen
3.1.1. Oorschelp
3.1.2. Gehoorgang
3.1.3. Hamer
3.1.4. Trommelvlies
3.1.5. Trommelholte
3.1.6. Aambeeld
3.1.7. Stijgbeugel
3.1.8. Vlies (Venster)
3.1.9. Buis van Eugstachius
3.1.10. Evenwichtsgenuw
3.1.11. Slakkenhuis
3.1.12. Gehoorszenuw
4. Oog (Pupilreflex)
4.1. Pupil is gat in de Iris
4.2. Met pupil de hoeveelheid licht die op netvlies valt
5. Oog (Netvlies)
5.1. Staafjes
5.1.1. Contrasten, Zwart-Wit
5.2. Kegeltjes
5.2.1. Kleur, Minder gevoelig
6. Reageren op je omgeving
6.1. Door middel van Prikkels en Impulsen
6.1.1. Prikkels
6.1.1.1. Zijn: Dingen waar je aandacht aan vraagt
6.1.2. Impusen
6.1.2.1. Is: Plotseling iets gaan doen/denken
7. Zenuwstelsel
7.1. Zenuwcellen
7.1.1. Gevoelszenuw, Schakelcel en Bewegingscel.
7.2. Impuls via hersenen
7.2.1. zintuig → gevoelszenuwcellen → ruggenmerg/hersenstam → hersenen → ruggenmerg/hersenstam → bewegingszenuwcellen → spieren/klieren
7.3. Impuls via ruggenmerg
7.3.1. zintuig → gevoelszenuwcellen → ruggenmerg/hersenstam → bewegingszenuwcellen → spieren/klieren
8. Oog (Onderdelen en functies)
8.1. Onderdelen
8.1.1. Netvlies
8.1.2. Gele vlek
8.1.3. Vaatvlies
8.1.4. Glasachtig lichaam
8.1.5. Harde oogrok
8.1.6. Lens
8.1.7. Iris met pupil
8.1.8. Hoornvlies
8.1.9. Kringspiertje
8.1.10. Blinde vlek
9. Oog (Accommodatie)
9.1. ??????
10. Oog (Bijziend en verziend)
10.1. Bijziend
10.1.1. Dichtbij scherp zien, veraf niet scherp.
10.2. Verziend
10.2.1. Veraf scherp zien, dichtbij niet scherp