Hoofdstuk 9 (Pijnstillers)

Comienza Ya. Es Gratis
ó regístrate con tu dirección de correo electrónico
Hoofdstuk 9 (Pijnstillers) por Mind Map: Hoofdstuk 9 (Pijnstillers)

1. Pijnstillers (Analgetica)

1.1. Niet opioïden

1.1.1. 'gewone' pijnstillers

1.1.1.1. Zoals: -Paracetamol (eerste keus) -NSAID's (ontstekingsremmend) (ibuprofen, naproxen, naproxen, ..) -Combinatiepreparaten (codeïne)

1.2. Opioïden

1.2.1. 'sterke' pijnstillers

1.2.1.1. Zoals: Morfine Oxycodon

1.2.2. Alleen op recept verkrijgbaar

2. Vier stappenplan voor pijnbestrijding:

2.1. Stap 1: Oraal of rectaal een niet-opioïd Stap 2: Codeïne of tramadol toevoegen aan stap 1 Stap 3: Oraal, transdermaal of rectaal een opioïd Stap 4: Overstappen op parenterale toediening van opioïd

3. Contra-indicaties voor het gebruik van NSAID's

3.1. -Astma > acetylsalicylzuur met NSAID

3.2. -Maagklachten

4. Zelfzorg en pijn

4.1. - WHAM vragen

4.2. Buikpijn, hoofdpijn, kiespijn, maagpijn, menstruatiepijn, oorpijn, pijn bij kneuzingen en verstuikingen, spierpijn of pijn door aambeien kan verholpen worden met zelfzorgmiddelen

5. Chronische pijn

5.1. De pijn bestaat al langer (voortdurend) en de oorzaak is niet altijd duidelijk. Aan de oorzaak kan er niet altijd iets snel aangedaan worden.

5.2. De behandeling wordt gedaan op de ernst van de klachten

6. Acute pijn

6.1. De oorzaak is vrijwel altijd duidelijk en reageert de patiënt bijna altijd goed op een behandeling met pijnstillers.

6.2. De pijnstillers worden gekozen op de ernst van de pijn.

7. Interacties met NSAID's

7.1. -Maagbloeding > NSAID met antistollingsmiddel