Basisbehoeften

Comienza Ya. Es Gratis
ó regístrate con tu dirección de correo electrónico
Basisbehoeften por Mind Map: Basisbehoeften

1. Wat wordt nu gedaan door de docent op het gebied van autonomie?

1.1. Inspelen op de behoefte van de leerling.

1.1.1. Achterin de klas zitten en oortjes in (geeft een goed gevoel).

1.2. Keuze: zelf aan het werk of meedoen met de uitleg.

1.3. Keuze om versneld een vak af te ronden en examen in mogen doen.

2. Wat wordt nu gedaan door de docent op het gebied van competentie.

2.1. Complimenten: huiswerk, werkhouding.

2.2. Bevestiging geven

2.3. Belonen voor een toets werkt bij sommige leerlingen als ze bijvoorbeeld een chocoladereep krijgen. Door sommige leerlingen wordt dit gezien als kinderachtig of meer iets wat je ouders moeten doen.

3. Wat wordt nu gedaan door de docent op het gebied van relatie?

3.1. Vragen hoe het met de leerling gaat (bijv. of de leerling nog iets leuks heeft gedaan in het weekend).

3.2. Soms gezellig gesprek na schooltijd. Makkelijker contact met docenten die jonger zijn.

3.3. Humor

3.4. Grenzen stellen (orde houden) op een rustige manier.

3.5. Biedt leerling extra ondersteuning als een vak moeilijk is. Wat ervoor zorgt dat de leerling zich gezien voelt.

4. Een goede leerling

4.1. Goede cijfers

4.2. Goede relatie met de klas

4.3. Goede relatie met de docenten

4.4. Goede werkhouding en goede concentratie

5. Een goede docent

5.1. Biedt ondersteuning wanneer je het nodig hebt en als je daar om vraagt.

5.2. Verplaatst zich in de leerling.

5.3. Besteedt aandacht aan de leerling, ook één op één.

5.4. Vragen aan de leerling of de stof wordt begrepen.

5.5. Geeft geen aandacht aan leerlingen die storend zijn.

5.6. Vraagt eerst of de leerling iets wil doen in plaats van dat de docent de leerling er gelijk uitstuurt.

6. Wat kunnen docenten beter doen in relatie.

6.1. Duidelijker zijn soms denken leerlingen dat ze grappig mogen zijn van een docent en als ze dat doen worden docenten toch boos.

6.2. Sommige docenten zijn te veel bezig met het vak in plaats van vragen naar privésituatie van de leerling bijvoorbeeld.

6.3. Docenten moeten niet schreeuwen maar moeten rustig blijven.

6.4. Meer inleven in de leerling.

6.5. Niet in herhaling vallen. Als de leerling het punt van de docent begrijpt, moet de docent erover ophouden.

6.6. Geen antwoorden invullen voor de leerling.

6.7. Als een leerling iets doet, moet de docent niet de hele tijd op deze leerling letten in de les.

6.8. Ook oog hebben voor de mening van de leerling en de leerling uit laten praten.

7. Wat kan er beter/ nog meer gedaan worden zodat de leerling zich meer competent voelt.

7.1. Meer complimenten geven.

7.2. Geen hoge verwachtingen want dat voelt als falen. Bjivoorbeeld niet zeggen ''ik denk dat je een 9 kan halen voor de toets''. Dit zorgt voor minder zelfvertrouwen bij de leerling.

7.3. Sommige leerlingen worden beloond als ze een toets goed hebben gemaakt, dan hoeven ze bijvoorbeeld een les niet te komen. Oneerlijk volgens de leerlingen.

7.4. Deadline is deadline. Als leerlingen te laat inleveren dan is het niet eerlijk als zij een hoger cijfer halen.

8. Wat kan er beter/nog meer gedaan worden zodat de leerling zich meer autonoom voelt?

8.1. Klassenregels samen opstellen niet fijn. Iedereen weet de klassenregels. Wordt gezien als kinderachtig.

8.2. Zelf kiezen welke opdracht je gaat maken in welke volgorde.