school

1. team

1.1. vergaderingen voorzitten

1.2. kantoor

1.2.1. Henk

1.2.2. droppot

1.3. etentje

1.4. op z'n geld zitten

1.5. "drukdrukdruk"

1.6. inval regelen

1.7. wandelende takken & kikkers

1.8. loslaten/delegeren

1.8.1. conciërge

1.8.1.1. poep ruimen

1.8.1.2. toneel klaarzetten

1.8.1.3. stoppenkast

1.8.1.4. computers

1.8.1.5. verwarming

1.8.2. luisterend oor

1.8.3. eigenwijs

1.8.4. betrokkenheid

1.8.5. alles willen weten

1.8.6. behulpzaam

1.9. zorg

1.9.1. loslaten

1.9.2. vertrouwen

1.9.3. overdragen

1.9.4. overleg

1.9.5. mt

1.9.6. protocollen

1.9.7. zorgplan

1.9.8. soms (té) gedreven

1.9.9. IB & RT: Agnes & Nel

1.9.9.1. fijne samenwerking

1.9.9.2. meedenken met ons

1.9.9.3. richting gevend

1.9.9.4. achter ons staan

1.9.9.5. inspirator

1.9.9.6. veeleisend

1.9.9.7. BEDANKT VOOR DE JARENLANGE SAMENWERKING!

2. ouders

2.1. altijd tijd & aandacht

2.2. bloemetje als nodig

2.3. open deur

2.4. aanbellen bij woning

3. leerlingen

3.1. hart voor kinderen

3.1.1. schoolreis

3.1.2. organisatie kamp

3.1.3. luisterend oor

3.2. invallen

3.3. voor de stoep staan