Middeleeuwen

1. Maatschappij

2. Religie

2.1. Theocentrisme (=God staat centraal)

3. Positie van de vrouw

4. Taal

4.1. Latijn

4.1.1. Wereldtaal

4.1.2. Christelijke taal

5. Literatuur

5.1. Geschreven

5.1.1. Geestelijken

5.1.2. Diets of Middelnederlands

5.1.2.1. Vanaf 12e eeuw

5.2. Volksteksten

5.2.1. Mondeling doorverteld

5.2.1.1. Vorm: rijmend

5.2.1.1.1. Gemakkelijker te onthouden

5.2.1.2. Belangrijkst tot de boekdrukkunst (1450)

5.3. Minstrelen en troubadours

5.3.1. Entertainment aan het hof

5.3.1.1. Verhalen en liedjes

5.4. Jongleurs,acteurs en acrobaten

5.4.1. Entertainment voor het volk

5.4.1.1. Spel en kunstjes

5.5. Anonieme auteurs

5.5.1. Middeleeuwse mens is geen individualist

6. Manuscripten

6.1. Zeer kostbaar

6.1.1. Uit perkament

6.1.2. Soms uit bladgoud

6.1.3. Maar aantal kopieën

6.2. Worden luidop voorgelezen of gezongen

6.3. Veel verloren gegaan

6.3.1. Door oorlog

6.3.2. Recyclage

6.3.2.1. Opnieuw gebruiken

6.3.2.1.1. Palimpsest (tekst van oude codexen schrapen)

6.3.2.2. Boekbindersmateriaal

6.3.2.3. Bladwijzer