1. kleuren
1.1. Rood
1.1.1. en zeer fysieke kleur die de hartslag versnelt en urgentie aanduidt. Rood staat voor energie, moed, kracht, opwinding en warmte. Bovendien heeft rood een fysiek effect: het verhoogt onze hartslag waardoor de tijd sneller lijkt te gaan. Hierdoor worden we gestimuleerd om sneller actie te ondernemen.
1.2. blauw
1.2.1. blauw staat voor betrouwbaarheid, loyaliteit, oprechtheid en effectiviteit. associaties met communicatie, logica en koelte. Blauw heeft een mentaal effect.. Een donkere variant van blauw stimuleert helder denken, terwijl een lichte variant van blauw de concentratie bevordert.
1.3. geel
1.3.1. een jeugdige, optimistische kleur die de aandacht grijpt. Geel wordt ook in verband gebracht met zelfvertrouwen, creativiteit en vriendelijkheid.
1.4. groen
1.4.1. vaak gezien als de kleur van balans, verfrissing, herstel, gezondheid, rust en evenwicht. Bovendien roept groen associaties op met milieuvriendelijkheid, gerustheid en vrede. Groen is dan ook een ontspannende kleur waarmee positiviteit wordt opgewekt
1.5. paars
1.5.1. een rustgevende kleur en wordt geassocieerd met luxe, visie, kwaliteit en waarheid. Bovendien wordt paars geassocieerd met spiritueel bewustzijn. Paars stimuleert het bewustzijn en bevordert hierdoor het denken.
1.6. oranje
1.6.1. ranje is een kleur die staat voor warmte, veiligheid, passie en plezier. Ook wordt de kleur geassocieerd met fysiek comfort en eten.
1.7. roze
1.7.1. roze wordt gezien als een romantische kleur en als een vrouwelijke kleur. Roze staat ook voor liefde, warmte, en rust.
1.8. grijs
1.8.1. grijs staat voor neutraliteit en is de kleur die het minst psychologische effecten met zich meebrengt. Door teveel grijs te gebruiken kan de kleur zelfs deprimerend werken, waardoor de kleur een remmend effect kan hebben. Bepaalde tinten van grijs – zoals antraciet – kunnen dan weer staan voor luxe.
1.9. bruin
1.9.1. bruin is een kleur die staat voorhulp en eerlijkheid. Bruin is een solide en betrouwbare kleur en zorgt voor een gevoel van rust. Bovendien wordt bruin in verband gebracht met de aarde en de natuur.
1.10. zwart
1.10.1. zwart is een krachtige kleur en staat voor wijsheid en efficiëntie. Zwart heeft een beetje een gespleten persoonlijkheid: het heeft associaties met veiligheid, maar ook met criminaliteit en dood.
1.11. wit
1.11.1. wit is een kleur die staat voor hygiëne, helderheid, zuiverheid en eenvoud.
2. typografie
2.1. grillig
2.1.1. agressifef, dynamisch
2.2. zacht en rond
2.2.1. lieflijk, jeugdig
2.3. sierlijk
2.3.1. vrouwelijk
2.4. vet
2.4.1. mannelijk
2.5. schreefloze letters
2.5.1. makkelijk te lezen
2.6. schreefletters
2.6.1. moeilijk te lezen, classic
3. slogans
3.1. de positionering van de organisatie verduidelijken
3.2. vaak de USP van een organisatie verstopt
4. uitbreiding huisstijlhandboek
4.1. Een goede huisstijl kan immers een enorme impact hebben op het koopgedrag van de consument
4.2. omgevingspsychologie : SOR-model
4.2.1. een positieve respons wanneer het koopgedrag bevorderd wordt
4.2.2. een negatieve respons wanneer de consument vermijdingsgedrag vertoont zoals ontevredenheid of frustratie en het koopgedrag dus tegengewerkt wordt.
4.3. licht- en geluidmarkting
4.4. architectuur en intereurrmarketing
4.5. geurmarketing
5. definitie en kenmerken
5.1. definitie :
5.1.1. de aard en het geheel van de visuele presentatie van een onderneming, zoals de naamcode, het bedrijfssymbool, de opmaak, de lettersoort, de kleuren, de vormen en meer.
5.2. doelen :
5.2.1. og als geheel visualiseren
5.2.2. consistente communicatie, herkenning & onderscheid
5.2.3. communiceert de kernwaarde
5.3. kenmerken
5.3.1. huisstijl is dynamisch
6. huisstijlelementen en huisstijldragers
6.1. huisstijlementen
6.1.1. advies
6.1.1.1. naam
6.1.1.2. logo
6.1.1.3. vormen
6.1.1.4. kleuren
6.1.1.5. typografie
6.1.2. naam
6.1.2.1. do's
6.1.2.1.1. zorg voor herkenbaarheid
6.1.2.1.2. vlot te onthouden en te spreken
6.1.2.1.3. wees origineel
6.1.2.2. dont's
6.1.2.2.1. oduidelijke naam
6.1.2.2.2. ingewikkeld
6.1.2.2.3. kopiëren
6.1.3. vorm
6.1.3.1. basisvormpsychologie
6.1.3.1.1. link tussen vormen en gevoelens
6.1.3.2. gestaltwetten
6.1.3.2.1. waarnemingen worden aangevuld met perceptie
6.2. huisstijldragers
6.2.1. objecten waar de huisstijlelementen afgebeeld worden
6.2.1.1. t-shirts
6.2.1.2. brochures
6.2.1.3. auto's
6.2.2. logo
6.2.2.1. een visueel woord dat gebruikt wordt om de organisatie herkenbaar te maken.
6.2.2.1.1. woordmerk
6.2.2.1.2. beeldmerk
6.2.2.1.3. combinatielogo
6.2.2.2. een goed logo is
6.2.2.2.1. eenvoudig
6.2.2.2.2. tijdloos
6.2.2.2.3. onderscheided
6.2.2.2.4. aandacht trekkend
6.2.2.2.5. een weerspiegeling van indetiteit