Dyslexie
Rosanne Reedijkにより
1. Diagnose
1.1. EMT en DMT (technisch lezen
1.2. snelbenoemen
1.3. Door orthopedagoog of GGZ-psycholoog
1.4. pseudolezen
1.5. dysorthografie
2. Sociaal emotioneel
2.1. zelfvertrouwen
2.2. faalangst
2.2.1. minder plezier
2.3. zich erachter verschuilen
2.4. invloed op motivatie
3. Vooroordelen
3.1. niks aan te doen
3.2. dom, lui
3.3. niet taakgericht
4. Comborditeit
4.1. ADHD
4.2. Autisme /ASS
4.3. Meertaligheid
4.4. TOS/SLI
4.4.1. overeenkomsten dyslexie, beiden een taalstoornis
4.4.2. geen taalachterstand
4.4.3. moeite met onthouden van woorden/klanken
4.4.4. woordvindingsproblemen
4.4.5. genetische invloed, andere omgevingsfactoren
4.5. Hoogbegaafdheid
4.6. Motorische problemen
4.7. Dyscalculie
4.7.1. rekenproblemen
4.8. DCD
4.8.1. coördinatie ontwikkelingsstoornis (wordt 'onhandig' genoemd)
4.9. Angststoornissen
4.10. Gehoor of visusproblemen
4.11. Complexe Neurologische stoornissen
5. Toetsen
5.1. Vergrote toetsen
5.2. Extra tijd
5.3. Fonetisch nakijken
5.4. Mondelinge toetsafname
5.5. Leestoetsen
5.5.1. Afname en analyse
5.5.2. AVI en DMT
5.6. Schrijftoetsen
5.6.1. PI-dictee
5.6.2. diagnostisch gesprek
6. Kenmerken
6.1. lezen en spellen
6.2. fonemisch bewustzijn
6.3. leerstoornis
6.4. achterstand
6.5. letters en cijfers omdraaien
6.6. vreemde talen
6.7. Fonologisch tekort
6.8. snelbenoemen
7. Hulpmiddelen en begeleiding
7.1. bouw
7.2. letterstad
7.3. dyslexiecoach
7.4. begeleiding
7.5. voorleesapplicaties
7.5.1. Read & Write
7.5.2. Alinea
7.6. zorgniveau 3
7.7. Handelsgericht werken
7.7.1. Driehoeksgesprekken
7.7.2. 7 uitgangspunten
7.7.3. Kindgesprekken
8. Voorspellers en risicofactoren
8.1. Familiair risico
8.1.1. vertraagde spraak- en /of taalontwikkeling
8.1.2. voorkomen van dyslexie in familie
8.2. Cognitief risico
8.2.1. beperkt geletterde thuisomgeving
8.2.2. onvoldoende beheersing Nederlands