Boodschappen zijn de basis
Akash Bhoelaiにより

1. Boodschappen doen
1.1. Reizen
1.1.1. Auto
1.1.2. Geen auto
1.1.3. Reistijd
1.2. Werk
1.2.1. Fulltime
1.2.2. Parttime
1.3. Wie doet de boodschappen?
1.3.1. Moeder
1.3.2. Vader
1.3.3. Grootouders
1.4. Supermarkt
1.4.1. Aanbiedingen
1.4.2. Winkelindeling
1.4.3. Sfeer
1.4.4. Assortiment
1.4.4.1. Internationaal
1.4.4.2. Seizoensproducten
1.5. Budget
1.5.1. Breed
1.5.2. Smal
1.5.3. Genoeg
1.5.4. Tekort
2. Kookbereidheid
2.1. Kookgerei
2.2. Makkelijke maaltijd
2.2.1. Kant-en-klaar
2.2.2. Tijd
2.2.3. Bestellen/afhalen
2.3. Uitgebreide maaltijd
2.3.1. Tijd
2.3.2. Exotisch
2.4. Plannen
2.4.1. Gezamenlijk eten
2.5. Ingrediënten
2.5.1. Boodschappen
2.5.2. Voorraad
3. Voorraadbeheer
3.1. Berging
3.1.1. Ruimte
3.1.2. Meerdere malen dezelfde artikelen
3.1.2.1. Seizoensproducten
3.1.2.1.1. Houdbaarheid
3.2. Budget
3.2.1. Aanbiedingen
3.3. Wekelijkse boodschappen
3.3.1. Maandelijkse boodschappen
3.3.2. Dagelijkse boodschappen
3.4. Aanvullen
3.4.1. Boodschappen doen