1. Personages
1.1. Flat character
1.1.1. Veroniques
1.1.1.1. Iemand op de kermis
1.1.2. De zus van Veronique
1.1.2.1. Een meisje die rondloopt op de kermis
1.1.3. Een koppel aan het schietkraam
1.1.3.1. Johnny en Sharon
1.2. Round character
1.2.1. Protagonist
1.2.1.1. Thomas (bijnaam Johnny)
1.2.1.1.1. "geef me de wereld, johnny"
1.2.1.1.2. "En ze leunde niet tegen Johnny maar tegen mij, arme Thomas, hemelsblije Thomas."
1.2.1.2. Voorstelling Impliciet
1.2.1.2.1. Hij is een jongen op de kermis
1.2.1.2.2. Zijn vriend Bram komt niet af
1.2.1.2.3. Hij is verlieft op de vriendin van Veroniques
1.2.2. Antagonist
1.2.2.1. De vriendin van Veroniques
1.2.2.1.1. Een tijdige relatie met de protagonist (Thomas)
1.2.2.2. voorstelling impliciet
1.2.2.2.1. Zij is verlieft op Thomas
1.2.2.2.2. Een meisje met een oudere zus
2. Tijd
2.1. Chronologisch verhaal
2.1.1. Het verhaal gaat van het begin tot einde
2.2. Kalender tijd
2.2.1. Het heden
2.3. Uurtijd
2.3.1. Tijdens de middag
3. Vertelperspectief
3.1. Vertellende ik-persoon
3.1.1. Het verhaal wordt uit het oog van Thomas verteld
3.1.1.1. "Ik keek op. Ze wees naar een hoek van het kraam, waar een lichtgevende wereldbol stond."
4. Stijl
4.1. Woordkeuze
4.1.1. Spreektaal
4.1.2. Eenvoudig
4.1.3. Jongerentaal
4.1.4. Standaardtaal
4.2. Zinsbouw
4.2.1. Korte zinnen
4.3. vertelktrant
4.3.1. Emotioneel
5. Verhaalvorm
5.1. Kortverhaal
6. Verklaring titel
6.1. Hoofdpersonage bijnaam John
6.2. "Geef me de wereld"
6.2.1. Wereldbol van het schietkraam
6.3. Centrale thema
6.3.1. Romantiek
7. Inhoud
7.1. Thomas en Veroniques zijn vriendinnen
7.2. Thomas wordt veriefd op de vriendin van Veroniques
7.2.1. Ze kunnen niet samenblijven wegens de ouders van de vriendin
7.2.1.1. Ze geeft haar telefoonnummer aan Thomas