macht v/d vorsten
Hans van Damにより

1. na Karel de Grote
1.1. leenmannen werden eigen baas
1.2. land valt uiteen
1.3. geen centrale macht
2. macht terug grijpen
2.1. oorlog tegen de leenmannen
2.2. wetten maken voor het hele land
2.3. ambtenaren helpen de koning
2.3.1. in dienst van de koning
2.4. rechtbanken handhaven de wetten
3. ontstaan Naties
3.1. Engeland
3.2. Frankrijk
3.3. Nederland pas later
3.3.1. Floris V wil centrale regering
3.3.2. Filips de Goede verwerft veel gebieden
3.3.2.1. erfenis voor Karel V
4. centraal bestuur
4.1. centralisatie
4.1.1. Staten Generaal
4.1.1.1. overleg met burgers
4.2. geld nodig
4.2.1. van burgers uit steden
4.3. ontstaan 3e stand
4.3.1. geestelijkheid = 1e
4.3.2. edelen = 2e
4.3.3. burgers = 3
4.3.4. wat doen we met de boeren?
4.3.4.1. ook 3e