Wat beïnvloedt mijn potentieel?

Get Started. It's Free
or sign up with your email address
Wat beïnvloedt mijn potentieel? by Mind Map: Wat beïnvloedt mijn potentieel?

1. Kennis & Vaardigheden

1.1. Wat kun je? Hoe doe je het?

1.1.1. Opvoeding

1.1.2. Opleiding

1.1.3. Training

2. Omgeving

2.1. Waar, wanneer en met wie?

2.1.1. Tijd & plaats

2.1.2. Regels, afspraken & wetten

2.1.3. Gebeurtenissen en ervaringen

2.1.4. Vrienden, kennissen & familie

2.1.5. Sociale status

2.1.6. Trading places

3. Identiteit

3.1. Wat voor iemand ben je?

3.1.1. Lichaamskenmerken

3.1.2. Hersenstructuur

3.1.3. Persoonlijkheid

3.1.4. Filmpje over perceptie TED & genen

4. Gedrag

4.1. Wat doe je?

4.1.1. Verbinden / Iets extra's doen

4.1.1.1. Contact maken

4.1.1.1.1. Persoonlijk worden

4.1.1.1.2. Humor

4.1.1.1.3. Aandacht

4.1.1.2. Inleven

4.1.1.2.1. Ken je klant

4.1.1.2.2. Stel dat het jou overkomt

4.1.1.2.3. Vanuit zijn referentiekader denken

4.1.1.3. Beleving creeren

4.1.1.3.1. Een onuitwisbare positieve indruk achterlaten

4.1.1.3.2. Verrassen

4.1.1.3.3. Boeien

4.1.1.3.4. Verhaal maken

4.1.2. Klantgericht / Een hartelijke en respectvolle benadering

4.1.2.1. Echt geïnteresseerd zijn in mijn probleem

4.1.2.1.1. aandachtig luisteren

4.1.2.1.2. vragen en doorvragen

4.1.2.1.3. persoonlijk

4.1.2.2. Legt duidelijk uit wat hij doet en waarom

4.1.2.2.1. vaktaal

4.1.2.2.2. spreektempo

4.1.2.2.3. intonatie

4.1.2.2.4. controle vragen

4.1.2.2.5. samenvatten

4.1.2.3. Besteedt voldoende tijd aan mij

4.1.2.3.1. georganiseerde agenda

4.1.2.3.2. niet gehaast zijn

4.1.3. VAK / Professioneel en vakbekwaam

4.1.3.1. Maakt een bekwame indruk

4.1.3.1.1. Uiterlijk

4.1.3.1.2. Houding

4.1.3.1.3. Vaardigheden

4.1.3.2. Stelt relevante vragen over mijn klachten

4.1.3.2.1. on topic blijven

4.1.3.2.2. doorvragen

4.1.3.2.3. controle vragen

4.1.3.2.4. ook in de breedte

4.1.3.3. Biedt praktische oplossingen voor mijn probleem

4.1.3.3.1. checklist met instructies

4.1.3.3.2. doelstellingen meegeven

4.1.3.3.3. spreekt anderen aan op

4.1.3.3.4. direct een afspraak maken

4.1.4. Patch Adams

5. Overtuigingen

5.1. Wat is belangrijk voor je? Waarom?

6. Missie

6.1. Wat streef je na? En waarom?

6.1.1. Een positief gevoel

6.1.1.1. Businescase "Verbinden"

6.1.1.1.1. medewerker

6.1.1.1.2. klant

6.1.1.1.3. organisatie

6.1.1.2. Mogelijke Knelpunten

6.1.1.2.1. Hoge werkdruk

6.1.1.2.2. Onredelijke mensen

6.1.1.2.3. Zo ben ik nu eenmaal

6.1.1.2.4. Focus op de inhoud

6.1.1.2.5. Tevreden zijn

6.1.2. filmpje Nike

6.1.3. Filmje over syntetische positiviteit TED