1. de kenmerken
1.1. de baard (la barbe)
1.2. de stoppelbaard (la barbe de qques jours)
1.3. de snor (la moustache)
1.4. de sproetjes (les taches de rousseur)
1.5. de beugel (l'appareil dentaire)
1.6. de tatoeage (le tatouage)
1.7. de piercing (le piercing)
2. het huid
2.1. mesties (métisse)
2.2. de kleuring (la femme/l'omme de couleur)
2.3. gebruind (bronzé)
2.4. bleek (pâle)
2.5. de donkere huidskleur (peau foncée)
2.6. de lichte huidskleur (peau claire)
3. het haar
3.1. de stijl/de type
3.1.1. gekruld (bouclé)
3.1.2. golvend (ondulé)
3.1.3. steil (lisse)
3.1.4. los (détaché)
3.1.5. gebonden/in een staart (attaché/en queue de cheval)
3.2. de lengte
3.2.1. kort (court)
3.2.2. halflang (mi-long)
3.2.3. lang (long)
3.2.4. kaal (chauve)
3.3. de kleur
3.3.1. blond (blond)
3.3.2. zwart (noir)
3.3.3. ros/rood (roux)
3.3.4. wit (blanc)
3.3.5. grijs (gris)
4. de lichaamsdelen
4.1. het gezicht
4.1.1. de ogen (les yeux)
4.1.1.1. de wimpers (les cils)
4.1.1.2. de wenkbrauwen (les sourcils)
4.1.2. het oor - de oren (l'oreille)
4.1.3. de oorlei (le lobe de l'oreille)
4.1.4. de neus (le nez)
4.1.5. de mond (la bouche)
4.1.6. de lip - de lippen (la lèvre)
4.1.7. de tand - de tanden (les dents)
4.2. het hoofd
4.2.1. het voorhoofd (le front)
4.2.2. de kin (le menton)
4.2.3. de wangen (les joues)
4.2.4. de nek (la nuque)
4.2.5. de keel (la gorge)
4.3. de benen
4.3.1. het been (la jambe)
4.3.2. de knie (le genou)
4.3.3. de voet (le pied)
4.3.3.1. de enkel (la cheville)
4.3.3.2. de teen (l'orteil)
4.3.3.3. de hiel (le talon)
4.3.4. de heup (la hanche)
4.3.5. de billen (les fesses)
4.3.6. het achterwerk (le derrière)
4.4. de armen
4.4.1. de hand (la main
4.4.1.1. de vingers (les doigts)
4.4.1.1.1. de duim (le pouce), de wijsvinger (l'index), de middelvinger (le majeur), de ringvinger (l'annulaire), de pink (l'auriculaire)
4.4.1.2. de pols (le poignet)
4.4.2. de arm (le bras)
4.4.3. de elleboog (le coude)
4.4.4. de schouder (l'épaule)