Paragraaf 6.1; een wereldeconomie

1. Verschillende gevaren op weg naar Indië; stromingen, kliffen, stormen, niemand wist de route, het vergaan van schepen en later waren de Portugezen ook een gevaar.

2. schepen werden zwaar bewapend.

3. 1621; WIC opgericht

4. de handelsrelaties vormdebegin van wereldeconomie

5. VOC GEEN grote gebieden beheersen,zal ten kosten gaan van de winst

6. VOC bracht Indonesische specerijen, Indiase textiel, Javaanse suiker, Chinees porselein en in 18e eeuw ook Javaanse koffie.

7. WIC; slaven vervoeren en beheerde kolonies in onder andere Brazilië en Noord-Amerika

8. Kaap de Goede Hoop; werd een kolonie gesticht die als verversingspost moest dienen voor VOC-schepen die tussen Azië en Europa voerde

9. 1602; VOC opgericht, initiatief Staten-Generaal

10. Java was wel bereikt

11. 249 schepen waarvan er 89 terugkeerde.

12. rest overleden aan scheurbuik, malaria en andere ziektes

13. wilde peper, specerijen, kruidnagelen, foelie en nootmuskaat (alleen te vinden op Molukken)

14. veel concurrentie onder de Nederlanders vanwege winst

15. Kenmerkend aspect: wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie.

16. 1605; Ambon veroverd

17. 1619; hoofdkwartier VOC; Batavia

18. zilver uit Japan werd textiel uit India gekocht, waarmee vervolgens specerijen in Ambon werden betaald

19. 1628; verovering 'zilvervloot' door Piet Heijn

20. door VOC opkomende handelskapitalisme; deel van de winst in onderneming stoppen.

21. VOC monopolie op handel Azië. Mocht verdragen sluiten met vorsten, oorlog voeren en vestingen bouwen

22. geleid door; Heeren XVII, in overzeese gebieden Gouverneur-Generaal hoogste baas

23. een reis naar Indië, Azië en Amerika door de Nederlanders, Britten en Fransen.