1. Indien een team meer gemotiveerd is kunnen zij de bredere range aan kennis/informatie beter verwerken en analyseren
1.1. Dit leidt tot meer creativtiet en innovatie en hogere kwaliteit aan beslissingen
1.1.1. Hierdoor neemt neemt de kwaliteit van de risico inschatting toe
1.1.1.1. Knippenberg, de Dreu & Homan (2004) [4*]
1.1.1.2. Diverse bronnen Hypothese 2
1.1.1.3. Wang, Kim & Lee (2016) [3]
2. Janssen & Van der Vegt (2003) [4*]
3. Definities
3.1. De kwaliteit van de risico inschatting
3.1.1. De risico inschatting vormt een belangrijk onderdeel van het audit proces en hiermee de controle kwaliteit --> Audit quality indicator
3.1.1.1. Knechel , Krishnan, Pevzner, & Velury (2012) [3]
3.1.2. De risico inschatting wordt gebruikt als middel om de controle kwaliteit te verbeteren --> SSA model
3.1.2.1. Door een bredere kennis op te doen van de organisatie kan er een meer adequate risico inschatting worden gemaakt, dit verlaagd het detection risk
3.1.2.1.1. Peecher, Schwartz, & Solomon (2007) [4*]
3.1.3. Definitie: de kwaliteit van de risicoinschatting is de mate waarin de accountant in staat is de risico's op een afwijking van materieel belang te identificeren en adequaat in te schatten waarbij het "detecttion risk" wordt teruggebracht tot een aanvaardbaar niveau.
3.2. Cognitieve diversiteit
3.2.1. Cognitie ziet toe op de activiteiten denken, weten en verwerken van informatie
3.2.1.1. Aggarwal & Williams Woolley (2018) [4*]
3.2.2. Cognitieve diversiteit is een vorm van diversiteit waarbij sprake is van verschillen tussen individuen die toezien op taak- of werkgerelateerde attributen zoals opleiding, kennis, vaardigheden en ervaring
3.2.2.1. van Knippenberg & Schippers, (2007) [4]
3.2.2.2. Janssen & Van der Vegt (2003) [4*]
3.2.2.3. Joshi & Roh (2009) [4*]
3.2.3. Definitie: cognitieve diversiteit zijn de verschillen in kennis, waardes en vaardigheden tussen individuele teamleden
3.3. Intrinsieke motivatie
3.3.1. De drive om een taak af te ronden of een probleem op te lossen puur omdat dit intressant of uitdagens is of voldoending geeft
3.3.1.1. Khadous & Zhou (2018) [4]
3.3.1.2. Kim, Lee & Wang (2016) [3]
3.3.2. Intrinsieke motivatie is opgebouwd uit verschillende elementen bestaande uit: zelfbeschikking, competentie, taak betrokkenheid, nieuwsgierigheid en interesse
3.3.2.1. Amabile, Hill, Hennessey & Tighe (1996) [4]
4. Een hogere mate van cognitieve diversiteit heeft een positivie invloed op de kwaliteit van de risico inschatting
4.1. Premise 1 - Cognitieve diversiteit leidt tot een breder aanbod aan cognitieve middelen, wat de kwaliteit van de risico inschatting positief beïnvloed
4.1.1. Cognitieve diversiteit leidt tot variaties in kennis, ervaring , perspectieven, vaardigheden en informatie
4.1.1.1. Hierdoor beschikken teams over een grotere range aan cognitieve middelen
4.1.1.1.1. Dit verbeterd de team performance
4.1.2. Leden binnen een divers team kunnen informatie uitwisselen
4.1.2.1. Hierdoor is sprake van een "larger pool" aan informatie binnen het team
4.1.2.1.1. Hierdoor presteren diverse teams beter
4.1.3. Op basis van bovenstaande twee redeneringen word verondersteld dat er meer cognitieve middelen beschikbaar zijn
4.1.3.1. Kennis en expertise vormen inputs van het audit proces
4.1.3.1.1. De risico inschatting is onderdeel van het audit proces
4.1.3.2. Uit het SSA model blijkt dat voor de risico inschatting een brede kennis en informatie nodig is van de organisatie
4.1.3.2.1. Hierdoor leidt de grotere cogntieve capaciteit tot een betere kwaliteit risico inschatting
4.1.4. Binnen diverse teams kan informatie uitgewisseld worden d.m.v. brainstormen
4.1.4.1. Dit leidt tot meer "out of the box thinking"
4.1.4.1.1. Hierdoor komen teams tot een hogere kwaliteit van fraude risico inschatting
4.2. Premise 2 - Cognitieve diversitet leidt to het efficienter inzetten van cognitieve middelen waarmee de kwaliteit van de risico inschatting wordt verhoogdt
4.2.1. Een team beschikt over een cognitieve capaciteit bestaande uit verschillende cognitieve middelen
4.2.1.1. Hoe deze middelen zich verhouden wordt aangeduid met het begrip transactive memory system
4.2.1.1.1. Dit betreft de cognitieve structuur van een team wat zowel de unieke cognitieve middelen omvat als het besef binnen het team wie over welke cognitieve middelen beschikt.
4.2.2. Binnen homogene teams zijn vaardigheden en andere cognitieve middelen gelijkmatig verspreid
4.2.2.1. Hierdoor zijn onderlinge verschillen minder zichtbaar, hierdoor is het minder makkelijk te identificeren welke teamleden over welke cognitievemiddelen beschikken
4.2.2.1.1. Bij diverse teams zijn deze verschillen wel zichtbaar, hierdoor is het gemakkelijker te identificeren welk teamlid over welke cognitieve middelen beschikt
4.2.2.1.2. In tegenstelling tot homogene teams beschikken teamleden van diverse teams over unieke cognitieve middelen
4.3. Premise 3 - Cognitieve diversiteit vergroot creativiteit wat leidt tot het identificeren van nieuwe risico’s waardoor de kwaliteit van de risico inschatting toeneemt.
4.3.1. Creativiteit is het creëren van nieuwe en nuttige ideeën voor producten, diensten en procedures
4.3.1.1. Creativiteit is de uitkomst van een cofnitief proces waarbij nieuwe ideeën voortkomen uit verschillende perspectieven en afwijkend denken
4.3.1.1.1. Cognitieve diversiteit biedt variaties in kennis, ervaring, vaardigheden, perspectieven
4.3.2. Creativiteit vormt onderdeel van de accountantscontrole als het gaat om analytische proceduses en brainstromen voor risico's.
4.3.2.1. Door middel van creativiteit zijn accountants beter in staat nieuwe risicco's te identificeren door op andere wijze naar de klant te kijken
4.3.2.1.1. Hierdoor nemt de kwlaiteit van de risico inschatting toe
4.4. Premise 4 - Cognitieve diversiteit beïnvloed de mate van innovatie binnen een team waardoor ingespeeld kan worden op veranderende bedrijfsmodellen en innovatieve audit tools kunnen worden ingezet wat leidt tot een hogere kwaliteit risico inschatting.
4.4.1. Innovatie ziet toe op een veelal interactief proces waarbij nieuwe ideeën worden ontwikkelt, promoot, besproken en gerealiseerd en gaat hiermee dus verder dan alleen creativiteit
4.4.1.1. Cognitieve diversiteit heeft een positieve invloed op dit proces
4.4.1.1.1. Een bredere scala aan perspectieven als gevolg van cognitieve diversiteit leidt tot een grotere kans op innovatieve oplossingen voor problemen
4.4.1.1.2. DIversiteit op het gebied van kennis faciliteert het innovatieve proces door het stellen van nieuwe associaties en het leggen van verbanden
4.4.1.1.3. Organisaties met een hogere mate van diversiteit passen zich gemakkelijker aan en zijn meer flixibel
4.4.2. Accountants krijgen te maken met veranderende en nieuwe bedrijfsmodellen bij klanten
4.4.2.1. Wanneer accountants innovatief zijn zullen wij beter in staat zijn deze bedrijfsmodellen te doorgronden
4.4.2.1.1. Dit leidt tot een betere risico inschatting (SSA)
4.4.3. Binnen de accountancy speelt technologie een steeds grotee rol in het controle proces
4.4.3.1. Een groot deel van de kantoren zet technologie gedreven werkzaamhedne in om risico's te identificeren
4.4.3.1.1. Trompeter & Wright (2010) [4]
4.4.3.2. Proces mining kan worden ingezet om risico's en ineffeciteve controls te identificeren
4.4.3.2.1. Dit leidt tot een betere risico inschatting
4.4.3.3. Data analyse helpt bij de detectie van fraude en kan bijdragen aan een betere risico inschatting
4.4.3.3.1. Bowen, Perols, Samba & Zimmerman (2016) [4*]
4.5. Tegenargumenten
4.5.1. Binnen homogene teams is sprake van meer gedeelde karakteristieke
4.5.1.1. Hierdoor onstaat er meer cohesie binnen een team, waardoor de samenwerking hardomieus en soepel verloopt
4.5.1.1.1. Horwitz & Horwitz (2007) [4*]
4.5.1.1.2. van Dijk, van Engen, & van Knippenberg, 2012
4.5.2. Verschillende perspectieven als gevolg van diversiteit kunnen ervoor zorgen dat teamleden een ander beeld hebben van taken
4.5.2.1. Hierdoor is er meer afstemming en effort vereist voor de strategie binnen een team
4.5.2.1.1. (Aggarwal & Williams Woolley, 2018
4.5.2.2. Hierdoor kan het nemen van beslissen tijdrovend zijn
4.5.2.2.1. Horwitz & Horwitz (2007) [4*]
5. Een hogere mate van intrinsieke motivatie heeft een positieve invloed op de kwaliteit van de risico inschatting
5.1. Premise 1 - Intrinsieke motivatie leidt tot nieuwsgierigheid, een hogere mate van nieuwsgierigheid leidt tot het verzamelen van meer informatie wat de kwaliteit van de risico inschatting verhoogt .
5.1.1. Individuen gedreven door intrinsieke motivatie willen voldoen aan hun nieuwsgierigheid
5.1.1.1. Door deze behoefte zijn personen meer open minded en vasthoudend bij het verzamelen van nieuwe informatie
5.1.1.1.1. Hierdoor beschikken zij over een bredere range aan informatie
5.1.1.1.2. Hierdoor neemt de oordeels- en besluitvorming toe, en hiermee de kwaliteit van de risico inscahttig
5.2. Premise 2 – Intrinsieke motivatie leidt tot vasthoudendheid en intensiteit waardoor informatie dieper wordt geanalyseerd wat leidt tot een betere kwaliteit risico inschatting
5.2.1. Intrinsieke motivatie leidt tot meer intensiteit en vasthoudendheid van een persoon.
5.2.1.1. Hierdoor leidt dit tot een diepere analyse van informatiie
5.2.1.1.1. Hierdoor neemt de kwaliteit van de risico analyse toe
5.2.2. Intrinsieke motivatie spoort cognitieve flexibiliteit aan
5.2.2.1. Hierdoor zijn individuen beter in staat patronen en assosiactie tussen ideeën te herkennen
5.2.2.1.1. Hierdoor neemt de kwaliteit van de risico inschatting toe
5.3. Premise 3 - Intrinsieke motivatie verhoogt de mate van professional skepticism, hierdoor is de accountant sceptisch en gaat opzoek naar voldoende bewijsmateriaal. Dit leidt tot een hogere kwaliteit risico inschatting
5.3.1. Professional skepticism wordt beinvloed door o.a. persoonlijke facturen, waaronder motivatie
5.3.1.1. Intrinsieke motivatie beinvloed professional skepticism en hiermee professional judgement doordat individuen gemotiveerd zijn meer voldoende bewijs te verkrijgen
5.3.1.1.1. Wanneer accountants beschikken over een hogere mate van professional skepticism zullen zij meer overtuigend bewijs verzamalen zijn zijn sceptisch over het manegement (tot het tegendeel is bewezen)
5.4. Premise 4 - Intrinsieke motivatie leidt tot meer beschikbare tijd en effort voor de risico inschatting waardoor de kwaliteit hiervan toeneemt
5.4.1. Intrinsieke gemotiveerde individuen steken meer tijd en effort in het uitvoeren van een taak
5.4.1.1. Amabile, Hill, Hennessey & Tighe (1996) [4]
5.4.1.2. Grant (2008) [4*]
5.4.1.3. Cerasoli, Nicklin & Ford (2014) [4]
5.4.2. Meer tijd en effort leidt tot een betre job performance
5.4.2.1. Cerasoli, Nicklin & Ford (2014) [4]
5.4.3. Cognitieve effort is nodig voor analytische processen, waarbij sprake is bij de risico inschatting (type 2)
5.4.3.1. Hierdoor kan verondersteld worden dat meer effort leidt tot een betere risico inschatting
5.4.3.1.1. Griffith, Kadous & Young (2021) [4]
5.4.3.2. Op basis van het SSA model wordt verondersteld dat de risico inschatting een continu analytisch proces is waarbij verwachting en werkelijk continu geëvalueerd dienen te worden
5.4.3.2.1. Indien een accountant dus meer tijd en effort hierin steekt neemt de kwaliteit van de risico inschatting ook toe
5.5. Tegenargumenten
5.5.1. Intrinsieke motivatie leidt tot focus op de de taak die het meest intressant is
5.5.1.1. Hierdoor is voor minder intressante taken minder intrinsieke motivatie en kan dit leiden tot beredom
5.5.1.1.1. Dit heeft een negatieve invloed op de performance van een individu
6. Een hogere mate van intrinsieke motivatie versterkt de relatie tussen cognitieve diversiteit en de kwlaiteit van de risico inschatting
6.1. Premise 1 - Intrinsieke motivatie heeft een positieve invloed op de verwerking van informatie. Hierdoor is er sprake van een versterkend effect op de positieve invloed van cognitieve diversiteit op de kwaliteit van de risico inschatting.
6.1.1. Cognitieve diverse teams beschikken over een bredere range aan kennis, informatie en vaardigheden dan minder diverse teams
6.1.2. Motivatie is de primaire moderator voor het verwerken van informatie op een diepgaang niveau
6.2. Premise 2 - Intrinsieke motivatie leidt tot een hogere mate aan need for cognition, dit mitigeer de mogelijke negatieve effecten van cognitieve diversiteit, hiermee neemt de kwaliteit van de risico inschatting toe.
6.2.1. Intrinsieke motivatie hangt samen met need for cognition
6.2.1.1. Een hoge mate van need for cognition leidt ertoe dat individuen minder gevoellig zijn voor stereotypering en bias en zullen zij eerder hun judgement hierop aanpassen
6.2.1.1.1. Hiermee mitigeert need for cognition de mogelijke negatieve impact van cognitieve diversiteit
6.3. Premise 3 - Een hogere mate van intrinsieke motivatie leidt tot cognitieve flexibiliteit, hierdoor is een individu beter in staat de verschillende cognitieve middelen als gevolg van cognitieve diversiteit te gebruiken voor het creëren van nieuwe ideeën en perspectieven. Hierdoor neemt de kwaliteit van de risico inschatting toe.
6.3.1. Intrinsieke motivatie verhoogt de mate van cognitieve flexibiliteit
6.3.1.1. Hierdoor zijn individuen met een hogere mate van intrinsieke motivatie beter in staat de diverse cognitieve middelen als gevolg van congitieve diversiteit te gebruiken
6.3.1.1.1. Hierdoor neemt de kwaliteit van de risico inschatting toe
6.3.1.2. Intrinsieke motivatie leidt als gevolg van cognitieve flexibiliteit tot een hogere mate van creativiteit
6.3.1.2.1. Hierdoor wordt het verband tussen cognitiviteit en de kwaliteit van de risico inschatting als gevolg van creativiteit versterkt
6.4. Tegenargumenten
6.4.1. Intrinsieke motivatie is een internal state waardoor dit lastig te boordelen is bij andere
6.4.1.1. Hierdoor kan de bias ontstaan waarbij een individu van mening is dat hij/zij meer intrinsiek gemotiveerd is dan andere
6.4.1.1.1. Dit kan de samenwerking binnen cognitieve diverse team bemoeilijken
7. Controle variabele
7.1. Omvang accountantskantoor
7.1.1. Grotere accountantskantoren zijn minder afhankelijk dan kleine kantoren als gevolg van quasi-rents
7.1.1.1. DeAngelo (1981) [4*] & Choi, Kim, Kim & Zang (2010) [3]
7.1.2. Grotere accounantskantoren beschikken over betere beheersingsmaatregelen
7.1.2.1. DeAngelo (1981) [4*] & Choi, Kim, Kim & Zang (2010) [3]
7.1.3. Grotere accountantskantoren lopen een groter risico op reputatieschade
7.1.3.1. DeAngelo (1981) [4*] & Choi, Kim, Kim & Zang (2010) [3]
7.2. Industrie specialisatie
7.2.1. Industrie specialisatie zorgt ervoor dat accountant over meer en diepgaande kennis beschikken wat invloed is op de kwaliteit van de werkzaamheden
7.2.1.1. Solomon, Shields & Whittington (1999) [4*]
7.2.1.2. Balsam, Krishnan & Yang (2003) [3]
7.3. Ervaring van de accountant
7.3.1. De ervaring van een accountant is van invloed op het verwerken en gebruiken van informatie, wat invloed is op de effort en risici inschatting van de accountant
7.3.1.1. Libby & Luft (1993) [4*]
7.3.1.2. Alissa et al. (2014) [4*
7.3.1.3. Knapp & Knapp (2001)'[4*]
7.4. Manipulatie ISA 315
7.4.1. Tijdens het experiment heeft een deel ISA 315-14 toegepast en het andere deel ISA 315-19. Om de impact hiervan te meten is de manipualtie als controle variabele opgenomen
7.4.1.1. van Buuren (2023)
7.4.1.2. NBA (2021)