Wie heeft er de macht?

Kom i gang. Det er Gratis
eller tilmeld med din email adresse
Wie heeft er de macht? af Mind Map: Wie heeft er de macht?

1. Het absolutisme in Frankrijk

1.1. De regeringsvorm in Frankrijk was volkomen tegengesteld aan die van de republiek, in plaats van het particularisme was hier centralisatie de politiek. In Frankrijk waren de koningen al sinds de Middeleeuwen bezig alle macht naar zich toe te trekken. Tijdens de regeerperiode van Lodewijk XIV kreeg dit vorm in het absolutisme. Absolutisme betekent dat alle macht in de handen van de koning is. Volgens de leer van het absolutisme zijn de belangen van de koning gelijk aan die van het land.

2. Droit divin

2.1. Droit divin, Frans voor: goddelijk recht. Dit houdt in dat een koning het recht om te reageren van God heeft gekregen en daarom alleen aan God verantwoording schuldig is.

2.1.1. In de Franse Staten-Generaal zaten de vertegenwoordigers van de drie standen: de geestelijkheid, de adel en de derde stand (boeren). Met de opkomst van handel en nijverheid waren ook kooplui, handwerkslieden en beoefenaars van vrije beroepen tot deze groep gaan behoren.

3. Eén volk, één godsdienst

3.1. De hugenoten hadden met het Edict van Nantes (1598) gewetensvrijheid en volledige burgerrechten gekregen. Hugenoten mochten in bepaalde plaatsen hun eigen kerkgebouwen hebben en in een aantal steden een eigen garnizoen. In 1685 herriep Lodewijk het Edict van Nantes.

3.1.1. De hugenoten verloren daarbij al hun privileges en kregen de keuze om zich tot het katholicisme te bekeren of het land te verlaten. Vele kozen voor het laatste.

4. Particularisme in de Republiek

4.1. In de Staten-Generaal werd duidelijk dat er grote verschillen waren tussen de gewesten. Elk gewest besliste zelf hoeveel vertegenwoordigers het naar Den Haag zond. De regenten, zoals de bestuurders in de Republiek werden genoemd, kregen van hun eigen gewest instructies mee. De Staten-Generaal konden alleen een besluit nemen als iedereen het ermee eens was.

4.1.1. De raadpensionaris bereidde de vergaderingen van de Staten-Generaal voor, voerde vaak en langdurig het woord en zette als het nodig was leden onder druk.

5. Tweespalt in de Republiek

5.1. Frederik Hendrik hervatte de oorlog in 1621, het jaar waarin het Twaalfjarig Bestand eindigde, en behaalde enkele opmerkelijke successen. Hij wilde het stadhouderschap een koninklijk geven.

6. Glorious Revolution in Engeland

6.1. In Engeland kreeg het absolutisme geen kans. Hier was sinds de Magna Carta de macht van de koning beperkt door het parlement. De gevolgen hiervan werd de Glorious Revolution genoemd.

6.1.1. Engeland werd omgevormd tot de eerste constitutionele monarchie ter wereld, een koninkrijk waarin de macht van de koning is vastgelegd in de grondwet.

6.1.1.1. In het binnenland wilden de regenten het liefst alles bij het oude laten. De bestuurscolleges in de steden en de gewesten kregen steeds meer trekken van een oligarchie. Een regeringsvorm waarbij een kleine, aan elkaar verwante groep families de macht in handen heeft.