Middeleeuwen

Kom i gang. Det er Gratis
eller tilmeld med din email adresse
Middeleeuwen af Mind Map: Middeleeuwen

1. Eerste trimester

1.1. Val WRR

1.1.1. Hoogbloei onder Trajanus (200n.C.)

1.1.1.1. Daciërs, Parthen

1.1.2. Interne oorzaken

1.1.2.1. Rijk te groot

1.1.2.1.1. onbestuurbaar

1.1.2.2. zwakke leiders

1.1.2.2.1. decadentie aan het keizerlijk hof

1.1.2.2.2. soldatenkeizers

1.1.2.2.3. uitzonderingen

1.1.2.3. te veel huurlingen

1.1.2.4. hoge belastingen

1.1.2.4.1. economie stort in

1.1.2.4.2. trouw van het leger werd vaak afgekocht

1.1.3. Externe oorzaken

1.1.3.1. Germaanse invallen

1.1.3.1.1. Odoaker

1.1.3.1.2. Romulus Augustulus

1.2. De Germanen

1.2.1. Volksverhuizingen

1.2.1.1. oorzaken

1.2.1.1.1. Overbevolking

1.2.1.1.2. Voedseltekort

1.2.1.1.3. migratie

1.2.1.1.4. Aantrekkingskracht van welvaart van Rome

1.2.1.1.5. verzwakte grenzen

1.2.1.2. stammen

1.2.1.2.1. Hunnen

1.2.1.2.2. Goten

1.2.1.2.3. Vandalen

1.2.2. Cultuur

1.2.2.1. vaak barbaarser voorgesteld dan in werkelijkheid

1.2.2.1.1. Romeinse auteurs

1.2.2.1.2. bijna geen Germaanse geschreven bronnen

1.2.2.1.3. veel Germanen hadden de Romeinse cultuur overgenomen

1.2.2.2. meer veeteelt ipv graanteelt

1.2.2.3. polytheïsme

1.2.2.3.1. Donar

1.2.2.3.2. Freya

1.2.2.3.3. enzovoort

1.3. De Franken

1.3.1. Germaanse stam

1.3.2. Woongebied = het huidige Frankrijk

1.3.3. Soms bondgenoten, soms vijanden van de Romeinen

1.3.4. Twee stammen

1.3.4.1. Ripuarische Franken

1.3.4.1.1. Eigen wetgeving

1.3.4.1.2. woonden aan de Rijn

1.3.4.2. Salische Franken

1.3.4.2.1. De Merovingers

1.3.4.2.2. De Karolingers

1.4. Het ontstaan van een nieuwe samenleving

1.4.1. fundamenten van de West-Europese cultuur

1.4.1.1. (Grieks-)Romeinse beschaving

1.4.1.1.1. Romaanse talen

1.4.1.1.2. wetten

1.4.1.1.3. heirbanen

1.4.1.1.4. namen van de maanden

1.4.1.1.5. architectuur (rondbogen, zuilen,...)

1.4.1.1.6. wijn

1.4.1.2. Germaanse beschaving

1.4.1.2.1. mode

1.4.1.2.2. dieet

1.4.1.2.3. weekdagen

1.4.1.3. christelijke Kerk

1.4.1.3.1. nam zaken uit zowel de Germaanse als de Romeinse cultuur over en gaf er een christelijke invulling aan

1.5. Landbouw

1.5.1. vroege middeleeuwen

1.5.1.1. ca.500 - ca.1000

1.5.1.2. weinig opbrengsten

1.5.1.2.1. weinig geschikte landbouwgrond

1.5.1.2.2. ongunstig klimaat

1.5.1.2.3. primitieve landbouwtechnieken

1.5.2. late middeleeuwen

1.5.2.1. ca.1000 - ca. 1450

1.5.2.2. stijging van de opbrengsten

1.5.2.2.1. meer geschikte landbouwgrond

1.5.2.2.2. gunstiger klimaat

1.5.2.2.3. nieuwe landbouwtechnieken

1.5.2.2.4. gevolg

1.5.3. Het domaniaal stelsel

1.5.3.1. omschrijft de organisatie van een middeleeuws domein

1.5.3.1.1. vroonhof

1.5.3.1.2. mansi

1.5.3.1.3. gemeenschappelijke gronden

1.5.3.1.4. bossen, weideland, steengroeves, kleiputten

1.6. Het leenstelsel/de feodaliteit

1.6.1. persoonlijk contract

1.6.1.1. doel

1.6.1.1.1. Rijk verdelen om het beter bestuurbaar te maken

1.6.1.2. problemen

1.6.1.2.1. lenen werden erfelijk

1.6.1.2.2. leenmannen onttrokken zich aan het gezag van hun leenheer

1.6.1.2.3. leenmannen dienden soms twee leenheren

1.6.1.3. symbolen

1.6.1.3.1. leenheer gaf land/inkomsten ==> koren

1.6.1.3.2. leenman gaf trouw ==> zwaard

1.6.2. definities

1.6.2.1. leenheer

1.6.2.1.1. geeft land

1.6.2.1.2. biedt bescherming

1.6.2.2. suzerein

1.6.2.2.1. hoogste leenheer in een koninkrijk

1.6.2.3. vazal/leenman

1.6.2.3.1. krijgt land

1.6.2.3.2. schenkt trouw

1.6.2.4. leen (= feodum)

1.6.2.4.1. land dat in leen gegeven wordt

1.6.2.5. gouw

1.6.2.5.1. middeleeuwse provincie

1.6.2.6. mark

1.6.2.6.1. grensprovincie

1.7. De Pest

1.7.1. 1347-1351

1.7.2. medische oorzaak

1.7.2.1. bacterie

1.7.3. verspreiding

1.7.3.1. zeer snel

1.7.3.1.1. door de rattenvlo

1.7.3.1.2. bevolking van Europa was vatbaar

1.7.3.2. route

1.7.3.2.1. vanuit het Oosten

1.7.3.2.2. langs de handelsroutes

1.7.3.3. gespaarde gebieden

1.7.3.3.1. Pyreneeën + Bohemen

1.7.3.3.2. Milaan

1.7.4. middeleeuwse verklaringen

1.7.4.1. straf van God

1.7.4.1.1. bidden/biechten

1.7.4.2. joden/ketters/duivelaanbidders

1.7.4.2.1. verbranden

1.7.4.2.2. verbannen

1.7.4.3. rotte lucht

1.7.4.3.1. aroma-therapieën

1.7.5. gevolgen

1.7.5.1. massale sterfte

1.7.5.1.1. ca. 40 miljoen mensen

1.7.5.1.2. 1/2 van de Europese bevolking

1.7.5.2. invloed van de Kerk liep terug

1.7.6. einde van de epidemie

1.7.6.1. ziekte doofde uit

1.7.6.1.1. minder besmettingsgevaar: door massale sterfte raakte Europa ontvolkt en woonden de mensen verder van elkaar; de handel liep terug

1.7.6.1.2. de quarantaine maatregelen werden meer en meer toegepast

1.7.7. drie varianten

1.7.7.1. Bubonische pest/builenpest

1.7.7.1.1. indien lymfeklieren aangetast waren

1.7.7.1.2. etterende gezwellen op de weke plaatsen van het lichaam

1.7.7.2. zwarte vlekken

1.7.7.2.1. indien bloedbanen aangestast waren

1.7.7.2.2. zwarte dood

1.7.7.3. longpest

1.7.7.3.1. indien de longen aangetast waren

1.7.7.3.2. zeer besmettelijk

2. Tweede trimester

2.1. Het Byzantijnse Rijk

2.1.1. Situering in de tijd

2.1.1.1. van 395 (definitieve splitsing Romeinse Rijk) tot 1453 (val Constantinopel)

2.1.1.2. Het ORR kon de invallen van de Germaanse stammen weerstaan

2.1.2. Situering in de ruimte

2.1.2.1. Kern = ORR

2.1.2.2. Herstel van het MARE NOSTRUM onder Justinianus

2.1.2.2.1. Toevoeging van Italië

2.1.2.2.2. Toevoeging van Spaanse kust

2.1.2.2.3. Toevoeging van Noord-Afrikaanse kust

2.1.2.3. Inkrimping onder invloed van invallen

2.1.2.3.1. Invallers

2.1.2.3.2. Gevolgen

2.1.3. Troeven van het Byzantijnse rijk (bestond 1000 jaar!)

2.1.3.1. Goede ligging van Byzantium

2.1.3.1.1. Economisch

2.1.3.1.2. Militair

2.1.3.2. stevige machtspositie van de Oost-Romeinse keizer (= basileus)

2.1.3.2.1. Uitgebreide administratie

2.1.3.2.2. keizer = rechtstreekse vertegenwoordiger van God op aarde

2.1.3.2.3. sterk leger

2.1.3.3. eenheid van rechtspraak

2.1.3.3.1. Codex Justinianus

2.1.4. Belangrijke episodes uit de Byzantijnse geschiedenis

2.1.4.1. Nika-opstand

2.1.4.1.1. Hippodroom

2.1.4.1.2. Theodora

2.1.4.1.3. keizerlijk gezag hing aan een zijden draadje

2.1.4.2. Cyrillus en Methodius

2.1.4.2.1. kerstening Centraal-Europa

2.1.4.2.2. uitvinders cyrillisch schrift

2.1.4.3. beeldenstorm

2.1.4.3.1. iconoclasten

2.1.4.3.2. iconodoulen

2.1.4.4. Oosters Schisma (1054 n.C.)

2.1.4.4.1. splitsing van de christelijke kerk

2.1.4.4.2. theologische disputen

2.1.5. cultuur

2.1.5.1. mozaïeken

2.1.5.2. iconen

2.1.5.2.1. heilige schilderkunst

2.1.5.3. basileken

2.1.5.3.1. koepelkerken

2.1.5.3.2. grondplan in de vorm van een Grieks kruis

2.1.5.4. hippodroom

2.1.5.4.1. paardenbeelden

2.1.5.5. De Tetrarchen

2.1.5.5.1. beeld geroofd tijdens de kruistochten en ingewerkt in de basiliek van San marco

2.2. De wereld van de islam

2.2.1. De situatie in het Midden-Oosten voor Mohammed

2.2.1.1. politieke verdeeldheid

2.2.1.1.1. semi-nomadische herdersstammen

2.2.1.1.2. onderlinge stammenoorlogen

2.2.1.2. religieuze verdeeldheid

2.2.1.2.1. polytheïsme

2.2.1.2.2. Kaaba

2.2.2. het leven van Mohammed

2.2.2.1. ° ca. 580

2.2.2.2. 622

2.2.2.2.1. Hidjra

2.2.2.3. 630

2.2.2.3.1. triomfantelijke terugkeer naar Mekka

2.2.2.4. 632

2.2.2.4.1. Mohammed wordt ten hemel opgenomen

2.2.3. Na Mohammed

2.2.3.1. Mohammed wordt opgevolgd door familieleden

2.2.3.1.1. rechtvaardige kaliefen

2.2.3.2. splitsing

2.2.3.2.1. Sjiïeten

2.2.3.2.2. Soennieten

2.2.3.3. 3 kalifaten

2.2.3.3.1. Cordoba

2.2.3.3.2. Bagdad

2.2.3.3.3. Cairo

2.2.4. Historisch belang van Mohammed

2.2.4.1. Stichter van politieke en religieuze eenheid op het Arabisch schiereiland

2.2.4.2. Hij legde de basis van een wereldrijk

2.2.4.2.1. Noord-Afrika

2.2.4.2.2. Midden-Oosten

2.2.4.2.3. Zuid-Europa

2.2.4.2.4. Zuid-Oost-Azië (India e.a.)

2.3. China en de Mongolen

2.3.1. De Mongolen

2.3.1.1. Genghis Khan verenigt de steppenvolkeren en verovert een wereldrijk

2.3.1.2. Mongolensturm

2.3.1.2.1. Door de Mongoolse expansie ontstaat er een bloederig conflict met het Arabische wereldrijk (14e eeuw)

2.4. De opkomst van de steden

2.4.1. situering in de tijd

2.4.1.1. ca. 1000 n.C.

2.4.2. situering in de ruimte

2.4.2.1. waar ontstaan steden?

2.4.2.1.1. economisch interessante locatie

2.4.2.1.2. strategisch

2.4.2.2. stratenplan

2.4.2.2.1. typisch Romeins

2.4.2.2.2. typisch middeleeuws

2.4.2.3. meest verstedelijkte gebieden in Europa

2.4.2.3.1. Vlaanderen

2.4.2.3.2. Noord-Italië

2.5. Kerk en christendom

2.5.1. oudheid

2.5.1.1. christendom door de Romeinen geïmporteerd in onze streken

2.5.2. vroege middeleeuwen

2.5.2.1. kerstening van Europa vanuit twee centra

2.5.2.1.1. Ierland

2.5.2.1.2. Rome

2.5.2.2. eerste kloosterordes

2.5.2.2.1. gelofte van armoede, eenvoud en gehoorzaamheid

2.5.2.2.2. Benedictijnen

2.5.2.2.3. Cluny (vanaf 910 n.C.)

2.5.2.3. Westers schisma

2.5.2.3.1. datum

2.5.2.3.2. de Franse koning eigent zich het recht toe bisschoppen te benoemen in zijn eigen koninkrijk

2.5.2.3.3. Concilie van Pisa (1409)

2.5.2.3.4. Concilie van Konstanz (1415)

2.5.3. late middeleeuwen (12e-13e eeuw)

2.5.3.1. nieuwe kloosterordes

2.5.3.1.1. Kartuizers

2.5.3.1.2. Cisterciënzers

2.5.3.1.3. bedelordes

2.5.3.2. lekenbeweging

2.5.3.2.1. begijnen en begaarden

2.5.3.3. ketterse bewegingen

2.5.3.3.1. Jan Hus

2.5.3.3.2. Savonarola (Firenze)

2.5.3.3.3. katharen

2.6. De romaanse en gotische kunst

2.6.1. Romaanse kunst

2.6.1.1. 10e-12e eeuw

2.6.1.2. bouwt voort op de Romeinse architectuur

2.6.1.2.1. zuilen

2.6.1.2.2. rondbogen

2.6.1.2.3. gewelven

2.6.1.3. logge muren

2.6.1.4. kleine ramen

2.6.1.4.1. duister

2.6.1.5. horizontaal gericht

2.6.1.6. vooral religieuze architectuur (kerkgebouwen, abdijen, ...)

2.6.1.6.1. grondplan

2.6.1.7. beelden

2.6.1.7.1. timpaan

2.6.2. gotische kunst

2.6.2.1. 12e - 15e eeuw

2.6.2.2. barbaarse kunst (minachtende spotnaam uit de renaissance)

2.6.2.3. zowel religieuze (kerken, abdijen, ...) als wereldlijke architectuur (stadhuis, belfort, ...)

2.6.2.4. kenmerken

2.6.2.4.1. verticale gerichtheid

2.6.2.4.2. luchtig

2.6.2.4.3. steunberen

2.6.2.4.4. pijlers ipv zuilen

2.6.2.4.5. spitsboog

2.6.2.4.6. kruisribgewelf

2.6.2.4.7. uitbreiding van het traditionele grondplan (aanbouw aan het Latijnse kruis)

3. Derde trimester

3.1. De kruistochten

3.2. De Europese vorsten strijden om de macht

3.2.1. Frankrijk

3.2.1.1. Het huis Capet

3.2.1.1.1. komt in de 9e eeuw aan de macht na de Karolingers

3.2.1.1.2. eerst

3.2.1.1.3. later

3.2.2. Engeland

3.2.2.1. slag bij Hastings (1066)

3.2.2.1.1. Willem de Veroveraar, hertog van Normandië, verslaat de Angelsaksische adel onder leiding van koning Harald en wordt koning van Engeland

3.2.2.2. slag van Bouvines (1214)

3.2.2.2.1. nederlaag van de Plantagenets in Frankrijk

3.2.2.2.2. Jan "zonder land" moet de Magna Charta ondertekenen (1215)

3.2.2.3. Honderdjarige Oorlog (1337-1453)

3.2.2.3.1. oorzaken

3.2.2.3.2. verloop

3.2.3. Duitse Rijk

3.2.3.1. Ottonen-dynastie neemt de macht over van de Karolingers

3.2.3.1.1. herstellen het keizerschap in ere

3.2.3.2. de Ottonen krijgen concurrentie van hun eigen machtige vazallen

3.2.3.3. hun macht wordt gebroken tijdens de investituurstrijd

3.3. De Nederlanden

3.3.1. Hertogdom Brabant

3.3.1.1. kern

3.3.1.1.1. Leuven + Brussel

3.3.1.2. andere gebieden

3.3.1.2.1. Noord-Brabant

3.3.1.2.2. graafschap Limburg (na de slag bij Woeringen)

3.3.1.2.3. Antwerpen (Mark)

3.3.1.3. Hertog Jan I

3.3.1.3.1. dronk graag bier => Primus

3.3.1.3.2. hoogtepunt voor het hertogdom

3.3.1.4. Jan II

3.3.1.4.1. charter van Kortenberg

3.3.1.5. Johanna

3.3.1.5.1. Blijde Inkomst

3.3.1.6. uiteindelijk nemen de Bourgondische hertogen de macht over

3.3.2. graafschap Vlaanderen

3.3.2.1. bakermat

3.3.2.1.1. schorrengebied in West-Vlaanderen

3.3.2.2. Boudewijn I "met den Ijzeren Arm"

3.3.2.2.1. schoonzoon en leenman van Karel de Kale

3.3.2.3. Boudewijn II

3.3.2.3.1. stelde zich onafhankelijk op tov de Franse koning

3.3.2.3.2. grondlegger van het onafhankelijk graafschap Vlaanderen

3.3.2.4. Arnulf I

3.3.2.4.1. sloeg de Noormannen terug

3.3.2.4.2. gebiedsuitbreiding in Noord-Frankrijk tot aan de Somme

3.3.2.5. Boudewijn IV

3.3.2.5.1. gebiedsuitbreiding naar het oosten

3.3.2.6. (Jacob van Artevelde)

3.3.2.6.1. volksmenner uit Gent

3.3.2.6.2. zette de graaf van Vlaanderen op tegen zijn Franse leenheer

3.3.2.7. Margaretha van Male

3.3.2.7.1. huwt met Filips de Stoute, hertog van Bourgondië

3.3.3. (graafschap Loon)

3.3.3.1. wordt veroverd door Brabant en het prinsbisdom Luik

3.3.4. De Bourgondiërs

3.3.4.1. Filips de Stoute

3.3.4.1.1. huwelijk met Margaretha van Male (gravin van Vlaanderen)

3.3.4.1.2. Vlaanderen en Bourgondië verenigd in een personele unie

3.3.4.2. Jan zonder Vrees

3.3.4.2.1. stelde zich onafhankelijk op tov de Franse koning

3.3.4.2.2. vermoord

3.3.4.3. Filips de Goede

3.3.4.3.1. gebiedsuitbreiding door diplomatie en aankoop

3.3.4.3.2. centrale raden

3.3.4.3.3. Ridderorde van het Gulden Vlies

3.3.4.3.4. stimuleerde huwelijken over de grenzen van de standen heen

3.3.4.4. Karel de Stoute

3.3.4.4.1. gebiedsuitbreiding door oorlog

3.3.4.4.2. gesneuveld in de slag bij Nancy (1477)

3.3.4.5. Maria van Bourgondië

3.3.4.5.1. problemen met de steden

3.3.4.5.2. huwt met Maximiliaan van Habsburg

3.4. De Guldensporenslag