Communicatie

1. Doel van de hulpmiddelen

1.1. Juiste communicatie tussen zorgvrager en medebewoners/familie/zorgverleners etc.

1.2. Ontwikkeling communicatie van de zorgvrager.

1.3. De zorgvrager ondersteuning geven d.m.v. hulpmiddelen.

1.4. Beter band/afstemming tussen zorgverlener en zorgvrager (preventie van)

2. Welke manier worden de hulpmiddelen ingezet

2.1. Pictogrammen op een bord. (voor structuur)

2.2. Afbeeldingen / foto's op deuren, kasten etc. (bijvoorbeeld bij de wc)

2.3. Spraakcomputers d.m.v. tablets of ipads

3. Verband tussen de verschillende hulpmiddelen

3.1. Dat je verschillende soorten communicatie met elkaar kunt combineren voor een nog betere communicatie.

3.2. Dat je voor 1 probleem meerdere hulpmiddelen kunt proberen, en zo de makkelijkste en beste hulpmiddel later in kunt schakelen voor de zorgvrager.

4. Wijze van communicatie

4.1. verbaal (praten)

4.2. non-verbaal (gebaren)

4.3. schriftelijk

4.4. visueel (afbeeldingen, pictogrammen etc.)

4.5. persoonlijk en onpersoonlijk

5. Doel verschillende wijze communicatie

5.1. Veel verschillende manieren om toch het over te kunnen brengen naar de zorgvrager.

5.2. Voor elke zorgvrager een manier om te kunnen communiceren met een zorgverlener.

5.3. Veilig gevoel voor de zorgvrager.

6. Hulpmiddelen communiceren te ondersteunen

6.1. Foto's

6.2. Pictogrammen

6.3. Gebaren

6.4. Spraakcomputers

6.5. Ipad - tablets (typen met je ogen)

6.6. Symbolen

6.7. schrijven

6.8. voorleesboekjes en voorleescomputers