Mengvormen van verschillende cosmetica

1. Oplossingen: als een stof goed oplost in een vloeistof dan is het een oplossing. een oplossing kan een vaste stof, vloeistof of gas zijn. Een oplossing is helder.

1.1. Onverzadigde oplossing: wanneer je een klein beetje van een bepaalde stof oplost.

1.2. Verzadigde oplossing: als er geen stoffen meer opgelost kunnen worden.

1.3. Ware oplossing = Kleine moleculen (bijv. zout en suiker)​ Solen oplossing (colloïdale oplossingen) = grote moleculen (troebel van kleur) ​

2. Suspensies: als een vaste stof niet oplost in een vloeistof dan is het een Suspensie. Een suspensie is troebel. en kan in 2 vormen voorkomen. Vast (pasta) vloeibaar (schudmengsel).

3. Emulsie: als een vloeistof niet oplost in een vloeistof. Een emulsie is troebel.

3.1. Colloïdale emulsie: water vermengd met een gelvormer. de gelvormer zuigt het water op en zwelt.

3.2. Je hebt emulsies op water basis (w/o) en je hebt emulsies op olie basis. Het verschil is dat een emulsie op water basis wel oplost in een vloeistof, want water gaat goed samen met water. En een emulsie op olie basis lost niet goed op in water. daar heb je dan eerst weer een emulgator voor nodig.

4. De emulgatoren ‘plakken’ dan tussen de oliedruppeltjes en het water. Dit ingrediënt is dus eigenlijk een soort lijm tussen de olie en het water.

5. mengvormen: oplossingen, suspensies, emulsies en mengsels

6. Emulgator: Emulgatoren zijn stoffen die ervoor zorgen dat water en olie kunnen mengen. In een crème of andere producten is een emulgator onmisbaar. ​

7. Mengsels: in mengsels zijn verschillende stoffen met elkaar vermengd. de samenstelling blijft hiervan gelijk. er zijn poedermengsels, Aerosols en water vrije vet mengsels.

7.1. Poedermengels: Ontstaan door vaste stoffen met elkaar te mengen. ​ - Moleculen gaan geen verbinding aan, veranderen dus niet​ - Ze nemen vaak vocht op en hebben een goede hecht en dekkracht. ​ - Voorbeelden: maskers en gezicht poeders. ​

7.2. Aerosols: Vloeibare of vaste stof die samen met een drijfgas in een houder met een ventiel is geperst. Stoffen vallen uiteen als een fijne nevel. Stoffen die in de lucht blijven zweven kun je beter niet inademen (niet inwendig gebruik) - Voorbeelden: deo, haarlak​

7.3. Water vrije vet mengsels: Crèmes: Dringen niet makkelijk in de hoornlaag. Worden niet gebruikt als drager voor werkzame stoffen met een dieptewerking. Wordt wel gebruikt voor verwijdering van smink en zware make-u​ Oliemengsels: Maken huid gladder en vetter, bv gebruikt in reinigingsproducten. Voorbeeld: hydrofiele olie (wateropzuigend)​