voortplaning

1. geslachtskenmerken

1.1. primaire

1.1.1. vanaf geborte aanwezig

1.2. secundaire

1.2.1. tijdens puberteit ontwikkeling

2. Primaire mannelijke geslachtskenmerken

2.1. de penis

2.2. zaadballen

2.3. prostaat

2.4. zaadleiders

3. primaire vrouwelijke geslachtskenmerken

3.1. de vulva is de vrouwelijke geslachtsorgaan

3.1.1. vagina

3.2. barmoeder

3.3. eierstokken

3.4. eileiders

4. secundaire vrouwelijke geslachtskenmerk

4.1. volgroeide vulva

4.2. baarmoeder en eierstokken

4.3. ongestelheid

4.4. borsten

4.5. beharing

4.6. breder bekken

5. secundaire mannelijke geslachtskenmerken

5.1. volgroeide penis

5.2. baard in de keel

5.3. beharing

5.4. spierontwikkeling

6. mannelijke geslachtsorganen

6.1. de wortel

6.2. de schacht

6.3. de eikel

7. vrouwelijke geslachtsorganen

7.1. De vulva

7.2. de venusheuvel

7.3. buitenste schaamlippen

7.4. voorhof

7.5. clitoris

7.6. de eierstokken

8. ontwikkeling van geslachtcellen

8.1. Een chromosoom is van organmisme draagt erfelijke eigeschappen worden overgedragen.

8.2. zitten in specifieke plek locus genoemd

8.3. afkomstig van moeder en vader wordt diploid genoemd

8.4. zelfde eigenschappen coderen heten homologe chromosomen

9. geslachts chromosomen

9.1. vrouwen hebben XX chromosomen

9.1.1. mannen hebben XY chtomosomen

9.2. in de eierstokken

10. geslachtshormonen bij vrouwen

10.1. oestrogeen

10.1.1. progesteron

11. geslachtshormonen bij mannen

11.1. androgenen

11.1.1. testosteron

11.2. zaadballen

12. mensturatiecyclus

12.1. zwangerschap

12.2. stimuleren eierstokken

12.2.1. regeld hromomnen LK en FSH

12.3. 1: bloeding fase

12.3.1. 2: opbouwfase

12.3.1.1. 3: afscheidingfase

13. hormonale regeling van zaadballen

13.1. LH en FSH zijn hormonen die geslachtsklieren stimuleren

13.1.1. FSH stimuleert de setocicellen

13.1.1.1. zaadballen zorgen van rijping

13.1.1.1.1. LH stimuleert leydicellen en die produceren androgeen waaronder testosteron stimuleert aanmaak zaadcellen

13.2. sperma bestaat uit zaadcellen en zaadvocht

13.2.1. per lozing ongeveer 150 tot 600 miljoenen zaaadcelen vrij

13.3. ruim 95% bestaat sperma uit zaadvocht