
1. Hoe kom je aan werk?
1.1. Je komt aan een baan door vacatures in de krant of op internet te zoeken. Ook kan je een open sollicitatie doen, dan ga je naar een bedrijf om te vragen of er nog werk voor je is. Je kan je ook aanmelden bij een uitzendbureau of gebruik maken van een netwerk. Als laatst kan je hulp van de overheid vragen via het UWV werkbedrijf.
1.2. Solliciteren doe je met een sollicitatiebrief.
1.3. Wanneer je bent aangenomen krijg je een arbeidscontract hierin staan de afspraken tussen de baas en de werknemer, die we arbeidsvoorwaarden noemen. In je contract staat;
1.3.1. Je functie
1.3.2. De werktijden
1.3.3. Het loon
1.3.4. vrije dagen
1.3.5. De proeftijd
1.4. Cao is een collectieve arbeidsovereenkomst die geldt voor een hele bedrijfstak, zoals de horeca, bouw en zorg.
2. Met werk kom je verder
2.1. Een maatschappelijke ladder bestaat uit alle maatschappelijke posities in een samenleving van laag tot hoog
2.2. Een goede opleiding is belangrijk voor je loopbaan, ook spelen persoonlijke eigenschappen een rol bij de ladder.
2.3. Wat bepaalt je maatschappelijke positie?
2.3.1. Kennis of vaardigheden
2.3.2. Macht en verantwoordelijkheid
2.3.3. Inkomen
2.4. Er is ook zoiets als sociale ongelijkheid dit is de macht, kennis en geld die niet over iedereen gelijk verdeeld word.
2.4.1. Startkwalificatie is hierom ingesteld om de ongelijkheid te verminderen
2.5. In Nederland is er een grote sociale mobiliteit dit houdt in dat je kunt klimmen op de maatschappelijke ladder.
3. De verzorgingsstaat
3.1. Nederland is een verzorgingsstaat dat betekent dat dit een land is waar de overheid de burgers helpt wanneer dat nodig is.
3.2. Je hebt recht op verschillende dingen;
3.2.1. Uitkeringen voor werknemers zoals;
3.2.1.1. Als je werkloos bent en ten minste 8 maand gewerkt hebt
3.2.1.2. Als je ziek word, hierbij moet je werkgevende meestal 70% van je laatstverdiende loon blijven betalen voor gedurende 2 jaar.
3.2.1.3. Arbeidsongeschikte uitkering, Hierbij krijg je loon van ongeveer 75% van je vroegere loon als je bijvoorbeeld een ongeluk hebt gehad.
3.2.2. Uitkeringen voor iedereen zoals;
3.2.2.1. Ouderenpensioen
3.2.2.2. Kinderbijslag
3.2.2.3. Een bijstandsuitkering
3.2.3. Om de verzorgingstaat later te kunnen betalen zijn er een paar maatregelen gekomen;
3.2.3.1. Er word bezuinigd
3.2.3.2. Er komt een eigen bijdrage
3.2.3.3. Langer doorwerken
3.2.3.4. Meer banen
3.2.4. Over de ideale verzorgingsstaat zijn meningen verdeelt, Liberalen vinden de eigen verantwoordelijkheid heel belangrijk. Christen democraten willen een verantwoordelijke samenleving en de sociaal democraten willen dat de zwakkeren goed worden beschermd in de samenleving.
4. Een baan die bij je past
4.1. Wat is voor jou de goede baan? Bij de volgende vragen kan je weten of iets geschikt is;
4.1.1. Wat voor werk ga je doen?
4.1.1.1. Soms heb je verschillende taken bij het werk het is handig om te weten of je afwisselende taken hebt of niet.
4.1.2. Werk je veilig en gezond?
4.1.2.1. Arbowet (arbeidsomstandighedenwet); Hierin staat precies hoe werkgevers moeten zorgen voor gezonde en veilige werkplekken.
4.1.3. Hoeveel verantwoordlijkheid krijg je?
4.1.3.1. Als werknemer heb je altijd een baas die je taken geeft.
4.1.4. Hoeveel verdien je?
4.1.4.1. Om ervoor te zorgen dat niemand te weinig verdient, geldt voor werknemers vanaf 15 jaar minimumloon. Dit is het loon dat je minimaal moet ontvangen als je werkt.
4.2. Werken is een recht, zodra je niet werkt krijg je een sollicitatieplicht.
5. Waarom werken we?
5.1. Werk is als je iets doet waar anderen behoefte aan hebben.
5.2. De vijf basisbehoeften:
5.2.1. Eerste levenbehoeften
5.2.2. Behoefte aan zekerheid
5.2.3. Behoefte om erbij te horen
5.2.4. Behoefte aan waardering
5.2.5. Behoefte om ergens goed in te worden
5.3. Belasting is geld dat word betaald aan de overheid om dingen te regelen waar wij behoefte aan hebben zoals wegen, scholen etc.
5.4. Premie is geld dat word betaald aan de overheid zodat de overheid dat vervolgens kan gebruiken om mensen zonder werk een uitkering te geven.
6. Als het tegenzit...
6.1. Soms zijn er dingen waardoor mensen protesteren. Als ze bijvoorbeeld langer door moeten werken of als je minder pauze krijgt, als je bij een vakbond zit is protesteren makkelijker. Een vakbond is een organisatie die opkomt voor de belangen van werknemers. Als dit niet lukt kan de vakbond een staking organiseren.
6.2. Er zijn vaak vooroordelen op de werkvloer waardoor het soms tegenzit en mensen gediscrimineerd worden waardoor niet altijd een baan krijgt, dit zijn de soorten;
6.2.1. Vrouw zijn
6.2.2. Allochtoon zijn
6.2.3. Leeftijdsdiscriminatie
6.2.4. Het hebben van een handicap/ziekte
6.3. Ook kan je ontslag op staande voet nemen, dit betekent dat je onmiddellijk het bedrijf moet verlaten en geen recht hebt op een uitkering.
6.3.1. Er is ook een mogelijkheid om een opzegtermijn te krijgen, hierbij heb je recht op een werkloosheiduitkering
6.4. Positieve democratie is toegestaan, dat betekent dat werkgevers bij het aannemen van nieuw personeel voorrang mogen geven aan alle soorten mensen die gediscrimineerd worden.
6.5. Ook zijn er 2 soorten maatregelingen van de overheid die ervoor zorgen dat meer vrouwen gaan werken;
6.5.1. Kinderopvangtoeslag; De kosten van de kinderopvang vergoed krijgen
6.5.2. Ouderschapsverlof; 1 dag in de week vrij kunnen nemen om voor hun kinderen te zorgen