Handel en nijverheid
da Sammy K.
1. Verbinding stad en platteland versterkt
1.1. Vergroot stimulering van de koning, hertogen en graven
1.2. Besturen, controleren en verdedigen
2. Voedseloverschot
2.1. Ontwikkeling steden
2.1.1. Ambachts-gildes
2.1.1.1. Mensen die van hun ambacht hun beroep ging maken en uitbreidde tot een groep
2.1.2. Handel
2.1.2.1. Natura-->Geld
2.1.2.1.1. Veiliger geldtransport
2.1.2.1.2. Wissel: schriftelijke betalingsopdracht
2.1.3. Specialisatie
2.1.3.1. Het zich toeleggen op iets specifieks
3. Handel van verre
3.1. Jaarmarkten
3.1.1. Uitwisseling producten
4. Hanze
4.1. Aantal steden waarvan de handelaren samenwerken
4.1.1. Schaalvergroting van handel
5. Brugge
5.1. Belangrijke handelstad
5.1.1. Ligging
5.1.2. Nieuwe landbouwtechniek
5.1.2.1. Stijging: Bevolking+ voedselproductie
5.1.3. Controlefunctie
6. Agrarisch-autarkisch--> Agrarisch-urbanisch
6.1. Ontginningen
6.1.1. In cultuur gebrachte woeste grond
6.2. Inpoldering
6.2.1. Droogleggen van grond om te voedsel te 'ontwikkelen'