SIX SIGMA (headlines)

Iniziamo. È gratuito!
o registrati con il tuo indirizzo email
SIX SIGMA (headlines) da Mind Map: SIX SIGMA (headlines)

1. Six Sigma: kwaliteit van processen verbeteren door de oorzaken van fouten te ontdekken en te verwijderen en zo de variatie in processen te reduceren.

2. DEFINE

2.1. WAT IS HET PROBLEEM? WAT IS HET DEFECT EN WAT WIL DE KLANT?

2.1.1. Procesowner

2.1.1.1. SIPOC

2.1.1.1.1. Supplier, Input, Proces, Output, Client

2.1.2. Probleem en noodzaak

2.1.2.1. Value Stream Mapping

2.1.2.1.1. Analyse en ontwerp van flow van materialen en informatie, benodigd om product bij klant te krijgen

2.1.3. Voice of the Customer

2.1.3.1. CTQ-tree

2.1.3.2. Kano analyse

2.1.3.2.1. Langs de as van Klanttevredenheid en Mate waarin dat bereikt is

2.1.4. Projectcharter

2.1.4.1. Projectautorisatie

2.1.4.1.1. Formele goedkeuring

2.1.4.1.2. Veilig stellen van resources en middelen

2.1.4.2. Probleemstelling

2.1.4.3. SIPOC

2.1.4.4. Scope

2.1.4.5. VOC - CTQ - Project Y

2.1.4.6. Projectdoelstelling

2.1.4.7. Procescapability

2.1.4.8. Businesscase

2.1.4.9. Projectteam

2.1.4.9.1. Goede mix van expertise en meningen! (4-6 leden)

2.1.4.9.2. RACI tabel maken?

2.1.4.10. Projecttijdlijn

2.1.4.10.1. GANTT-chart

2.1.5. Stakeholderanalyse

2.1.5.1. Niet inhoudelijk betrokken maar wel beïnvloed door resultaten van project

2.1.6. Communicatieplan

3. MEASURE

3.1. Centrale tendens

3.1.1. Gemiddelde

3.1.2. Mediaan

3.1.3. Modus

3.2. Variatie

3.2.1. Bereik

3.2.2. Kwartielen

3.2.3. Uitbijters

3.2.4. Standaarddeviatie

3.3. HOE GAAN WIJ DIT METEN? BEPAAL BASELINE PERFORMANCE BEPAAL DOELSTELLING

3.3.1. Project Y

3.3.1.1. CTQ tree

3.3.1.2. Procesdiagram

3.3.1.2.1. Werkelijke proces in kaart brengen

3.3.1.3. Pareto analyse

3.3.1.3.1. Rangschikking obv mate waarin factoren voorkomen

3.3.1.3.2. 20% van oorzaken is verantwoordelijk voor 80% van gevolgen

3.3.1.4. Quality Function Deployment QFD

3.3.1.4.1. Op getrapte wijze verbanden leggen tussen input en output

3.3.2. Data Collectie Plan

3.3.2.1. Waarom wordt gemeten

3.3.2.1.1. Baseline is nulmeting

3.3.2.2. Wat wordt gemeten

3.3.2.2.1. Stratificatie X-en zijn factoren die subgroepen kunnen identificeren die onderling in prestatie verschillen

3.3.2.2.2. Beschrijven van de Maatstaf, Test en Beslissing

3.3.2.2.3. Continu, Discreet Telling, Ordinaal, Nominaal of Binair

3.3.2.3. Hoe wordt gemeten

3.3.2.3.1. Meetinstrument

3.3.2.3.2. Meetresolutie

3.3.2.3.3. Steekproef (minimaal 30)

3.3.2.4. Wie meet?

3.3.2.5. Stratificatiefactoren?

3.3.3. Data

3.3.3.1. Discrete data

3.3.3.1.1. Binair, Nominaal, tellingen, Ordinaal, Percentage

3.3.3.2. Continue data

3.3.3.2.1. Meetbare en variabele data

3.3.4. Meetsysteemanalyse MSA

3.3.4.1. Accuraatheid

3.3.4.2. Lineariteit

3.3.4.2.1. Accuraatheid is consistent over het gehele bereik

3.3.4.3. Stabiliteit

3.3.4.3.1. Consistente resultaten over langere periode

3.3.4.4. Resolutie

3.3.4.5. Herhaalbaar

3.3.4.6. Reproduceerbaar (door persoon)

3.3.5. Process Capability

3.3.5.1. Baseline Voice of Proces

3.3.5.1.1. Van CTQ naar Y

3.3.5.1.2. Baseline Performance

3.3.5.2. Prestatie toetsen tegen een norm

3.3.5.2.1. Upper Specification Limit USL

3.3.5.2.2. Lower Specification Limit LSL

3.3.5.3. Z-waarde

3.3.5.3.1. Hoeveel SD's passen er tussen het gemidd. en de dichtstbijzijnde limiet? USL of LSL

3.3.5.4. Cp

3.3.5.5. Cpk

4. ANALYSE

4.1. WAT ZIJN DE OORZAKEN? BEPAAL DE HOOFDOORZAAK

4.1.1. Vital few

4.1.1.1. VSM

4.1.1.2. Oorzaak-gevolg (visgraat-) diagram

4.1.1.2.1. 6M's

4.1.1.2.2. 4P's

4.1.1.3. Oorzaak en gevolg matrix

4.1.1.3.1. Scoren van de correlatie met 0,1,3,6,9

4.1.1.3.2. Weergeven in Pareto diagram

4.1.1.4. Failure Mode & Effects Analysis FMEA

4.1.1.4.1. Modus: omstandigheden waarop processtap of component kan falen (voordat het falen optreedt)

4.1.1.4.2. Effect: consequenties daarvan (scores bepalen)

4.1.1.4.3. Ernst: de ernst van het falen (berekenen van het Risico Prioriteits Getal)

4.1.1.4.4. Geschikt voor diepgaande analyse van technische processen of geautomatiseerde processen

4.1.2. Grafieken en statistiek

4.1.2.1. Boxplot

4.1.2.1.1. Inzicht in uitbijters

4.1.2.1.2. Gebaseerd op 3 kwartielen: dataset in 4 stukken van gelijke grootte verdelen

4.1.2.2. Pareto chart

4.1.2.2.1. Inzichtelijk maken van meest voorkomende effecten

4.1.2.3. Hypothese testen

4.1.2.3.1. Locatie (Is er een verschil tussen de gemidd.)

4.1.2.3.2. Distributie (Is er verschil in variatie?)

4.1.2.3.3. Proportie (Is er verschil tussen steekproef en populatie?)

4.1.2.3.4. Tests voor Mediaan (Bij een niet normale spreiding)

4.1.2.4. Indeling van de tests

4.1.2.4.1. X continu en Y continu

4.1.2.4.2. X continu en Y discreet

4.1.2.4.3. X discreet en Y continu

4.1.2.4.4. X discreet en Y discreet

5. IMPROVE

5.1. BEPAAL DE OPTIMALE OPLOSSING TOETS DEZE OPLOSSING

5.1.1. Ontwikkelen mogelijke alternatieven

5.1.1.1. Creatieve of LEAN tools?

5.1.1.1.1. Waste, Flow, WIP, Pull, Kanban, 5S

5.1.1.2. Brainstorming

5.1.1.3. Interviews

5.1.1.4. Vragen die tot nadenken stemmen

5.1.1.5. Mindmapping

5.1.1.6. 6 denkpetten van De Bono

5.1.1.7. Bouwen op ideeen

5.1.1.8. Benchmarking

5.1.2. Screen op risico FMEA

5.1.2.1. Technische kwaliteit en Acceptatie

5.1.2.1.1. Klanten

5.1.2.1.2. Medewerkers

5.1.2.1.3. Stakeholders

5.1.2.1.4. Medewerking

5.1.3. Kies uit de alternatieven

5.1.3.1. Beslissingsmatrix

5.1.3.2. Pugh Matrix

5.1.3.3. AHP Matrix

5.1.4. Pilot uitvoeren

5.1.5. Leer van de pilot

5.1.6. Pas oplossing aan

5.1.7. Implementatieplan

6. CONTROL

6.1. BORG EN ANALYSEER MEETSYSTEEM IMPLEMANTATIE EN AANTONEN VERBETERING PROJECTDOCUMENTATIE EN OVERDRACHT

6.1.1. Implementeren

6.1.1.1. Implementatieplan

6.1.1.2. Risico analyse FMEA

6.1.1.3. Control plan

6.1.1.4. Control chart

6.1.2. Valideren doel

6.1.3. Teamevaluatie

6.1.4. Project documenteren

6.1.5. Overdracht