Feiten meningen argumenten
da Hans van Dam

1. Conclusie
1.1. mening op basis van tekst
1.1.1. signaalwoorden
1.1.1.1. dus
1.1.1.2. zoals
1.1.1.3. concluderend
1.1.1.4. dat betekent
2. mening / standpunt
2.1. wat iemand vindt
2.1.1. eens
2.1.1.1. signaalwoorden
2.1.1.1.1. ik vind
2.1.1.1.2. volgens mij
2.1.1.1.3. zij denkt
2.1.1.1.4. hij is van mening
2.1.2. oneens
3. feiten
3.1. wat je kunt controleren
3.1.1. waar
3.1.2. niet waar / onwaar
4. argument
4.1. uitleg waarom je een mening hebt
4.1.1. signaalwoorden
4.1.1.1. omdat
4.1.1.2. want
4.1.1.3. namelijk
4.1.1.4. immers
4.2. voorbeeld:
4.2.1. Ik vind handbal een vermoeiende sport
4.2.1.1. mening
4.2.2. want je moet heel lang rennen en springen
4.2.2.1. argument