1. Rechtsgebieden
1.1. Staatsrecht (publiekrecht)
1.1.1. Geeft een plaatje van de Nederlandse overheid
1.1.2. Totstandkoming van wetten
1.1.3. Verkiezingen
1.1.4. Rol ministers
1.1.5. Rol eerste en tweede kamer
1.1.6. De Grondwet
1.1.6.1. Vrijheidsrechten
1.1.6.1.1. Godsdiensten
1.1.6.2. Politieke rechten
1.1.6.2.1. Actief kiesrecht
1.1.6.3. Gelijkheidsrechten
1.1.6.3.1. Discriminatieverbod
1.2. Bestuursrecht (publiekrecht)
1.2.1. Overheid in actie
1.2.1.1. feitelijke handelingen
1.2.1.1.1. Privaatrechtelijk
1.2.1.2. rechtshandelingen
1.2.1.2.1. Publiekrechtelijk en Privaatrechtelijk
1.2.2. Beschrijft hoe de overheid haar bestuurstaak moet uitoefenen
1.2.3. Denk aan: wegen aanleggen, studiefinanciering verlenen, uitkeringen toekennen en milieuvergunningen afgeven.
1.3. Strafrecht (publiekrecht)
1.3.1. Strafbaar feiten
1.3.1.1. Misdrijven
1.3.1.1.1. 'zwaardere' delicten
1.3.1.2. Overtredingen
1.3.1.2.1. 'lichtere' delicten
1.3.1.3. Voorwaarden voor strafbaarheid
1.3.1.3.1. Menselijke gedraging
1.3.1.3.2. Delictsomschrijving
1.3.1.3.3. Wederrechtelijkheid
1.3.1.3.4. Schuld
1.4. Burgerlijkrecht (privaatrecht)
1.4.1. Personen- en familierecht
1.4.2. Rechtspersonenrecht
1.4.3. Vermogensrecht
1.4.4. Goederenrecht
1.4.5. Overeenkomstenrecht
1.4.6. Ondernemingsrecht
1.4.7. arbeidsrecht
1.4.8. Sociaal zekerheidsrecht
1.5. Internationaal recht
1.5.1. Regelt de verhouding met andere landen
1.5.2. Regelt de positie van Nederland in internationale organisaties (bijv. de Europese Unie en de Verenigde Naties)
2. Trias Politica (machtenscheiding van de drie overheidstaken)
2.1. Wetgevende macht
2.1.1. Regering, de eerste en tweede kamer art. 81 Grondwet
2.1.1.1. Het maken van wetten
2.1.1.1.1. Algemeen verbindende voorschriften
2.2. Uitvoerende macht
2.2.1. Regering
2.2.1.1. Bestuurd het land
2.2.1.1.1. De koning en ministers art. 42 lid 1 Grondwet
2.3. Rechtsprekende macht vanaf artikel 112 Grondwet
2.3.1. Onafhankelijke rechters
2.3.1.1. De belangrijkste taak van de rechterlijke macht is de beslechting van geschillen op basis van de wetgeving.
3. Rechtshulpverleners
3.1. Juridisch Loket
3.1.1. Gratis rechtshulp
3.2. Advocaat
3.2.1. Juridisch advies & vertegenwoordiger
3.3. Mediator
3.3.1. Onafhankelijke bemiddelaar bij conflicten
3.4. Deurwaarder
3.4.1. Openbaar ambtenaar met wettelijke taken
3.5. Notaris
3.5.1. Openbaar ambtenaar met wettelijke taken
4. Wat is het recht
4.1. Het geheel van overheidsregels dat in de samenleving geldt
5. Rechtsbronnen
5.1. De wet
5.1.1. Wettenbundels
5.1.1.1. bevat algemeen verbindende voorschriften
5.1.2. Grondrechten
5.1.2.1. Fundamentele rechten
5.2. Jurisprudentie
5.2.1. Uitspraak
5.3. Internationale verdragen
5.3.1. Overeenkomst tussen 1 of meer staten
5.3.1.1. EVRM
5.4. Gewoonte
5.4.1. Ongeschreven regels
6. Doel
6.1. Ordenen van de samenleving
6.2. Zorgen voor een rechtvaardige oplossing bij conflicten
7. Materieel & formeel recht
7.1. Materieel recht beschrijft de rechten en plichten van mensen
7.1.1. Bestuursrecht
7.1.1.1. Materieel:
7.1.1.1.1. Bestuursrecht
7.1.1.2. formeel:
7.1.1.2.1. Bestuursprocesrecht
7.1.2. Startrecht
7.1.2.1. Materieel:
7.1.2.1.1. Strafrecht
7.1.2.2. Formeel:
7.1.2.2.1. Strafprocesrecht
7.2. Formeel recht beschrijft hoe de rechten en plichten uit het materieel recht gehandhaafd worden
8. Organisaties van de rechtspraak
8.1. Eerste aanleg: Rechtbank
8.1.1. 11 rechtbanken
8.2. Hoger beroep: Gerechtshof
8.2.1. 4 gerechtshoven
8.3. Cassatie: Hoge Raad
8.3.1. 1 Hoge Raad