Mw B (93 jr, 1.53 m, 40,2 kg, COPD)

1. Diagnose

1.1. COPD

1.1.1. Benauwdheid

1.1.2. Snel moe

1.1.3. Hoest veel

1.1.4. Kan niet ver lopen

2. Doel

2.1. Na 3 maanden heeft Mw B nog geen plekken die duiden op beginnende decubitus, dit doel wordt bereikt door middel van de interventies

3. Interventies

3.1. Benauwdheid

3.1.1. Mw's bedstand rechtop zetten tijdens het slapen

3.2. Kans op decubitusontwikkeling

3.2.1. Anti decubitus matras

3.2.2. Stimuleren mobiliteit

3.2.3. Letten op juiste houding

3.2.4. Verandering van houding in de loop van de dag

3.2.5. Huid droog houden

4. Evaluatie

4.1. Vorm evaluatie: Elke ochtend een overdracht en om de zes maanden een groot overleggesprek met de familie erbij

4.2. In dagelijkse overdracht staat aanhoudende benauwdheid en pijn in de linkerarm

5. Medische voorgeschiedenis

5.1. COPD

5.2. Decompensatio cordis

5.3. Dementie

5.4. Artrose

5.5. Anemie

5.6. Maculadgeneratie

5.7. Reumatoïde artritis

6. PES 1

6.1. P: Benauwdheid

6.2. E: COPD

6.3. S: Snel moe, veel hoesten, kan niet ver lopen

6.4. Stage: Benauwdheid

7. PES 2:

7.1. P: Kans op decubitus ontwikkeling

7.2. E: Incontinent, verslechterde mobiliteit > brengt zittend/liggend de dag door, ouderdom, wrijving in bed/stoel

7.3. S: Rode plekken op de billen, hoge decubitusscore

7.4. Stage: risico op decubitus

8. Gegevens

8.1. Snel moe

8.2. Hoest veel

8.3. Eet goed

8.4. Rollator

8.5. Ondersteuning met ADL

8.6. Depressief