Weet wat je eet!
Door Nando Poggenklaas
1. Zo eet je gezond
1.1. voedingsstoffen
1.1.1. koolhydraten
1.1.1.1. zetmeel, suikers en vezels
1.1.1.2. energie
1.1.2. vetten
1.1.2.1. energie
1.1.2.2. bouwsteen voor je cellen
1.1.2.3. regelt de bloeddruk
1.1.2.4. vet weefsel beschermt je organen
1.1.3. eiwitten
1.1.3.1. energie
1.1.3.2. bouwstenen voor huid en spieren
1.1.3.3. geeft boodschap door je lichaam
1.1.4. vitaminen
1.1.4.1. 13 stuks, voor je botten weerstand groei en zicht
1.1.5. mineralen
1.1.5.1. 15 stuks, stevige botten en ijzer voor de bloedvaten
1.2. schijf van vijf
1.2.1. zuivel
1.2.2. groente en fruit
1.2.3. graanproducten
1.2.4. water, thee, koffie
1.2.5. smeer en bereidingsvetten
1.2.6. 3 hoofdmaaltijden, max. 7 x eten met gezonde snack
2. energie
2.1. kcal door eten en drinken
2.2. zit in koolhydraten, vetten en eiwitten
2.3. verbruikt het lichaam: hoe gespierder je bent hoe meer energie je verbruikt
2.4. kilojoule is een andere maat voor energie
2.5. teveel aan energie wordt vet
2.6. gezond gewicht: wordt fitter en makkelijk bewegen
2.7. 1 uur sporten
3. bouw- en brandstoffen
3.1. verteerbare koolhydraten: zetmeel, suikers -> lichaam energie
3.2. onverteerbare koolhydraten: vezels-> laten de darmen werken
4. duurzaamheid
4.1. onze omgeving natuur, lucht, water , grond en alles wat daarin leeft
4.2. milieubelasting
4.3. broeikast-effect: de aarde wordt steeds warmer door de CO2 wat in de lucht komt
4.4. dierenwelzijn: biologische producten
4.5. eerlijke handel: geen kinderen aan het werk, goede prijs betalen
5. groente en fruit
5.1. per dag 250g groenten en 2 stuks fruit
5.2. vitamine c goede weerstand
5.3. folliumzuur: groei en aanleg van zenuwstelsel
5.4. kalium: goed houden van je bloeddruk
5.5. ijzer: nodig om zuurstof te vervoeren in je bloed
5.6. carotenoïden: voor je zicht
6. gezond eten
6.1. vitaal
6.2. betere nachtrust
6.3. betere concentratie
6.4. meer energie
6.5. betere weerstand tegen infecties
6.6. betere huid, nagels en glanzend haar
7. eetmeter
8. voedselinfecties
8.1. micro-organismen: bacteriën, schimmels, virussen en gisten
8.2. Nutiige organiisme zijn bijvoorbeeld gist en bacterien die yoghurt maken van melk
8.3. ziekverwekkende organimsen maken je ziek
8.4. let op THT en TGT
8.5. altijd je handen wassen als je gaat eten of eten gaat bereiden
8.6. groente en fruit altijd wassen
8.7. schone keuken
8.8. eten goed verhitten
8.9. scheiden van rauw en gaat
9. kopen en koken
9.1. etiket: wat zit er in het product
9.2. Wat staat er op het etiket: ingrediënten, E-nummers, houdbaarheidsdatum, allergieën, voedingswaarden, keurmerken, kleurstoffen
9.3. recept
9.3.1. kookplan: wat ga je doen
9.3.1.1. wassen, snijden, braden , grillen, bakken, wokken