1. Tanden
2. Lever of hepar met galblaas
2.1. Leverpoort (porta hepatis) = leverhilus
2.1.1. Zenuwen
2.1.2. Leverslagader (a. hepatica)
2.1.3. Poortader (v. porta)
2.1.3.1. Verbinding tussen twee capillaire netwerken
2.1.3.1.1. Maag en darmstelsel
2.1.3.1.2. Om voedingsstoffen op te nemen en te verwerken
2.1.3.1.3. Om voedingsstoffen te vernietigen
2.1.4. Galgangen (ductus hepaticus)
2.1.4.1. Afvoergang voor de gal
2.1.4.1.1. Takt af naar de galblaas en galgang
2.2. Microscopische bouw van de lever
2.2.1. Legerveldjes (-lobjes): hexagonaal
2.2.1.1. Centraal: takje van de v. hepatica ('centrale vene')
2.2.1.1.1. De afvoer van bloed
2.2.1.2. Ter hoogte van uithoeken: de portale veldjes
2.2.1.2.1. Takje leerpoortader
2.2.1.2.2. Takje leverslagader
2.2.1.2.3. Galgang
2.2.1.2.4. Lymfevaten
2.2.2. Galcanaliculi (kleine galgangen)
2.2.2.1. Tussen de levercellen (hepatocyten)
2.2.2.2. Afvoer gal
2.3. Histologie van de lever
2.3.1. Alvleesklier of pancreas
2.3.1.1. Twee organen in elkaar
2.3.1.1.1. Endocrien gedeelte
2.3.1.1.2. Exocrien gedeelte
3. Speekselklieren
3.1. 3 klieren
3.1.1. Onderkaakspeekselklier
3.1.1.1. = Glandula submandibularis
3.1.2. Oorspeekselklier
3.1.2.1. = Glandula parotis
3.1.3. Ondertongspeekselklier
3.1.3.1. = Glandula sublingualis
4. Tong
4.1. Onderdelen
4.1.1. Spierige lap (dwarsgestreept)
4.1.1.1. Radix/wortel (achterste 2/3)
4.1.1.1.1. Vast aan mondbodem en pharynx
4.1.1.2. Corpus/lichaam (voorste 1/3)
4.1.1.2.1. Vastgehouden door tongriempje (frenulum linguae)
4.1.2. Tongrug
4.1.2.1. Voorste 2/3
4.1.2.1.1. Verhoorning --> smaakpapillen
4.1.2.2. Achterste 1/3
4.1.2.2.1. Grof -bobbelig (tongamandel of tonsilla lingualis)
4.1.2.3. V-lingualis
4.1.2.3.1. V-vorming (punt naar achter)
4.1.2.3.2. Foramen caecum
4.1.2.4. Onderkant
4.1.2.4.1. Glad --> geen smaakpapillen
4.2. Smaken
4.2.1. Zoet
4.2.2. Zuur
4.2.3. Bitter
4.2.4. Zout
4.2.5. Umami