Macht in de Wereldpolitiek

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
Macht in de Wereldpolitiek Door Mind Map: Macht in de Wereldpolitiek

1. SOORTEN macht

1.1. Pleidooi voor multiple conceptions of power

1.1.1. Groot deel van literatuur aangetast door

1.1.1.1. Eendimensionale kijk op macht

1.1.1.2. Negeert machtsverhoudingen

1.2. Macht

1.2.1. = het KUNNEN beïnvloeden van de mogelijkheden van mensen

1.3. BARNETT & DUVALL: 2 dimensies

1.3.1. Interactie vs Constitutie

1.3.1.1. Interactie

1.3.1.1.1. A oefent macht uit op B door diens mogelijkheden en gedrag in te perken

1.3.1.1.2. Enkel invloed op

1.3.1.1.3. Manifest (door daad van A) of latent (geen daad van A)

1.3.1.2. Constitutie

1.3.1.2.1. Machtsrelatie kneedt

1.3.2. Direct vs Diffus

1.3.2.1. Direct

1.3.2.1.1. A oefent rechtstreekse macht uit op B

1.3.2.2. Diffuus

1.3.2.2.1. Tussen A en B bestaat een afstand

1.3.3. Taxonomie

1.3.3.1. DIRECT

1.3.3.1.1. Dwingende macht

1.3.3.1.2. Structurele macht

1.3.3.2. DIFFUUS

1.3.3.2.1. Institutionele macht

1.3.3.2.2. Productive (of discursieve) macht

2. BRONNEN macht

2.1. Traditionele opvatting

2.1.1. Materiële machtsbronnen

2.1.1.1. zoals

2.1.1.1.1. Geografische voordelen

2.1.1.1.2. Militaire capaciteiten

2.1.1.1.3. Bevolking

2.1.1.1.4. Landmassa

2.1.1.1.5. BNP

2.1.1.2. Onderscheid

2.1.1.2.1. direct inzetbare

2.1.1.2.2. potentiële machtsbronnen

2.2. Supermacht Amerika

2.2.1. JA

2.2.1.1. Economisch & wetenschappelijk aan top

2.2.1.2. Geeft belangrijkste munt uit

2.2.1.3. Sterker leger dan alle anderen samen

2.2.1.4. Vetorecht in VR, IMF, WB

2.2.1.5. Luistert hele wereld af

2.2.1.6. Positieve inspiratie

2.2.1.6.1. democratische waarden, film, muziek...

2.2.2. NEE

2.2.2.1. Nederlaag in Vietnam, kan Irak niet stabiliseren, wint niet van Taliban

2.2.2.2. Na bipolariteit multipolariteit

2.2.2.3. Militaire interventies, drones, steun aan dictaturen....

2.2.2.3.1. Imago in niet-Westerse wereld?

2.3. Materiële macht, niet zaligmakend, noch essentieel

2.3.1. Intermediaire voorwaarden

2.3.1.1. Om macht te hebben moet je materiële machtsbronnen KUNNEN en WILLEN inzetten

2.3.1.2. Factoren (tussen materiële bronnen en reële machtsuitoefening)

2.3.1.2.1. Interne cohesie & besluitvaardigheid

2.3.1.2.2. Beperkingen op handelen

2.3.1.2.3. Durf

2.3.1.2.4. Macht door zwakte (help me of ik doe iets)

2.3.2. Immateriële machtsbronnen

2.3.2.1. Kwaliteit van diplomatie & inlichtingendiensten

2.3.2.2. Goede ideeën, charisma, geloofwaardigheid

2.3.2.2.1. = soft power, productieve macht

2.3.2.3. Institutionele positie

2.3.2.3.1. geeft institutionele macht

2.4. Verschillende speelvelden

2.4.1. met telkens anderen machtsverhoudingen

2.4.1.1. Economisch, militair, monetair, ideologisch...