1. Bewegen tijdens de gymles
1.1. Beginsituatie
1.1.1. Iedere kleuter is anders
1.1.2. Observeren
1.2. Werken met;
1.2.1. Bewegingslandschap
1.2.2. Activiteitsdomein
1.2.2.1. Vaardigheden met groot/klein materiaal
1.2.2.2. Vrij/geleid spel
1.2.2.3. Ritmisch bewegen
1.2.2.4. Bewegen in andere milieus
1.2.3. Bewegingsthema's
1.3. Differentiatie
1.3.1. Tempo
1.3.2. Niveau
1.3.3. Motivatie
1.4. Organisatievormen
1.4.1. Klassikaal
1.4.2. Vrij
1.4.3. Groepjes
1.4.4. Tussenvormen
2. Kleuters laten bewegen
2.1. Bewegingsgedrag stimuleren
2.1.1. MOC
2.1.2. GVL
2.1.3. ZSF
2.2. Explortiedrang
2.2.1. Exploreren; bezig zijn met
2.2.2. Experimenteren; gissen en missen
2.2.3. Constructief omgaan met; doel
2.3. Op school
2.3.1. Beweging in de klas
2.3.2. Beweging tijdens gym
2.3.3. Beweging tijdens speeltijd
2.3.4. Gezonde voeding
3. Waar en wanneer bewegen?
3.1. In de klas
3.1.1. Bewegingstussendoortjes
3.1.2. Bewegingshoeken
3.1.3. Helpen met taken
3.1.4. Staand tekenen, knutselen...
3.2. Tijdens de gymles
3.2.1. Focus op actie
3.2.2. Variërende werkvormen
3.2.3. Materiaal
3.2.4. Fantasie - inleving
3.3. Op de speelplaats
3.3.1. Actieve spellen
3.3.2. Fietsen
3.4. Thuis
3.4.1. Samen sporten
3.4.2. Geen tv - buitenspelen
3.4.3. Stimuleren