1. Probleemstelling
1.1. Probleem
1.1.1. Begrip
1.1.2. Onderwerp: Relativiteit van normoverschrijdend gedrag
1.1.3. Vak: Gedragswetenschappen
1.1.4. Thema: identiteit, continuïteit en verandering
1.2. Leerplandoelstelling
1.2.1. LPD 38
1.2.2. De leerlingen kunnen met voorbeelden de relatieve betekenis aangeven van het overtreden van groepsgebonden normen voor de persoonlijke identiteit
1.3. Leerinhoud
1.3.1. Positieve en negatieve betekenis van deviant gedrag
1.3.1.1. Functionele gevolgen
1.3.1.2. Disfunctionele gevolgen
1.3.2. Relatief begrip
1.3.2.1. Tijd
1.3.2.2. Plaats
1.3.2.3. Cultuur
1.4. Decretale specifieke eindtermen (DSET)
1.4.1. DSET 10
1.4.2. De leerlingen kunnen aantonen dat de perceptie van persoonlijke identiteit en groepsidentiteit afhankelijk is van een aantal factoren en het persoonlijk en groepsgedrag beïnvloedt.
2. Taxonomie Bloom
2.1. 6. Creëren
2.2. 5. Evalueren
2.3. 4. Analyseren
2.4. 3. Toepassen
2.5. 2. Begrijpen
2.6. 1. Onthouden
3. Aggregatieniveaus
3.1. Supra
3.1.1. Onderwijs in Europa
3.2. Macro
3.2.1. België
3.2.1.1. Vlaanderen
3.2.1.1.1. Vlaams ministerie van onderwijs
3.3. Meso
3.3.1. School: Koninklijk Atheneum Brussel
3.3.1.1. Missie
3.3.1.1.1. Creativiteit stimuleren
3.3.1.1.2. Kennisoverdracht
3.3.1.2. Visie
3.3.1.2.1. Kleine klasgroepen
3.3.1.2.2. Specifieke vakken
3.3.1.2.3. Creatieve werkvormen en projecten
3.3.1.3. Locatie: hartje Brussel
3.3.1.3.1. Cultuurhuizen
3.3.1.3.2. Kunstenaarsinitiatieven
3.3.1.3.3. Socio-culturele werkingen
3.4. Micro
3.4.1. Docent/Tutor
3.4.1.1. Tutordoelen
3.4.1.1.1. SMART principe
3.4.1.2. Uitwerking tutordoelen
3.4.1.2.1. Op basis van artikels de historiek omtrent euthanasie samen met de leerlingen gaan analyseren. Wat heeft dit bijgedragen? Wat was een functioneel gevolg?
3.4.1.2.2. Focus = begrip
3.5. Nano
3.5.1. Beginsituatie leerling
3.5.1.1. Gender: meisje
3.5.1.2. Leeftijd: 17 jaar
3.5.1.3. Graad: 3de graad
3.5.1.4. Jaar: 5de jaar
3.5.1.5. Onderwijsvorm: ASO
3.5.1.6. Studierichting: Humane Wetenschappen
3.5.1.7. Meertaligheid
3.5.1.7.1. Moedertaal: Arabisch
3.5.1.7.2. Nederlands
3.5.1.7.3. Frans
3.5.1.8. Moslima
3.5.1.9. Betrokken gezin
3.5.1.9.1. Mama
3.5.1.9.2. Papa
3.5.1.9.3. 2 jongere zussen
3.5.1.9.4. 2 oudere broers
3.5.1.10. Gemotiveerd
3.5.1.11. Faalangst
3.5.1.12. Werkt hard voor school
3.5.1.13. Geringe resultaten
3.5.1.14. Interesse in psychologie
3.5.1.15. Voorkennis
3.5.1.15.1. Eindtermen (ET)
3.5.1.15.2. Leerplandoelstellingen