1. eigenschappen
1.1. sterkte
1.2. stijfheid
1.2.1. het geeft aan hoeveel iets zich tegen elastische vervorming verzet
1.3. elasticiteit
1.4. hardheid
1.5. dichtheid
1.6. aantasting
1.6.1. dat iets beschadigt wordt
1.7. geleiding
1.8. milieu
2. bewerkingen van
2.1. vormen
2.2. vervormen
2.2.1. iets een andere vorm geven
2.3. scheiden
2.4. verbinden
2.4.1. iets aan elkaar vast maken
2.5. bedekken
2.6. eigenschappen veranderen
3. verbindingen
3.1. voorwerpverbinding
3.2. vormverbinding
3.2.1. dat iets wordt verbonden door de vorm
3.3. materiaalverbinding
3.3.1. dat iets wordt verbonden met iets dat geen vorm heeft zoals lijm
4. eigenschappen van verbindingen
4.1. montage/demontage
4.2. sterkte
4.2.1. hoe sterk iets aan iets anders vast zit gemaakt
4.3. beweegbaarheid
4.3.1. de hoeveelheid iets kan bewegen
5. soorten
5.1. metaal
5.1.1. niet-samengesteld
5.1.1.1. ijzer
5.1.1.1.1. ijzer is een soort staal
5.1.1.2. niet-ijzer
5.1.1.2.1. aluminium
5.1.1.2.2. koper
5.1.1.2.3. zilver
5.1.1.2.4. goud
5.1.1.2.5. lood
5.1.1.2.6. tin
5.1.2. samengesteld
5.1.2.1. messing
5.1.2.1.1. messing is een samenvoeging van koper en zink
5.1.2.2. brons
5.1.2.2.1. brons is een samenvoeging van koper en tin
5.1.2.3. roestvrijstaal
5.1.2.4. duraluminium
5.2. niet-metaal
5.2.1. niet-samengesteld
5.2.1.1. gegroeid
5.2.1.1.1. hout
5.2.1.1.2. leer
5.2.1.1.3. wol
5.2.1.1.4. katoen
5.2.1.2. niet-gegroeid
5.2.1.2.1. natuursteen
5.2.1.2.2. zand
5.2.1.2.3. klei
5.2.1.3. kunstoffen
5.2.1.3.1. thermoplasten
5.2.1.3.2. thermoharders
5.2.1.3.3. elastomeren
5.2.2. samengesteld
5.2.2.1. dezelfde materialen
5.2.2.1.1. lap textiel van wollen draden
5.2.2.2. verschillende materialen
5.2.2.2.1. spaanderplaat
5.2.2.2.2. papier
5.2.2.2.3. glas
5.2.2.2.4. gewapend beton
5.2.2.2.5. lindeum