Sociale media en opleiden SPOK-workshop

1. Kenmerken

1.1. Snel

1.2. Innovatief

1.3. Openbaar

1.4. Interactief

1.5. Mobiel

1.6. Groooot bereik

1.7. Niet plaatsgebonden

1.8. Niet tijdsgebonden

1.9. Klankbordfunctie

1.10. Digitaal

1.11. Apps

1.12. Ontwikkeling

1.13. Toekomst (cloud)

1.14. CV

1.15. Bestanden delen

1.16. Overzichtelijk

1.17. Interactief

1.18. Mogelijkheid om te reageren

1.19. Meningsvormend

1.20. Mogelijkheid om buiten contactmomenten te reageren

1.21. Onbekend bij veel mensen

1.22. Overal toegankelijk

1.23. Gratis (vaak)

1.24. Meer eigen input

1.25. Veel kennis

1.26. Betrokkenheid

1.27. Internationaal

2. Minder sterke kanten

2.1. Veilig?

2.2. Controle

2.3. Betrouwbaar?

2.4. Privacy

2.5. Overvloed

2.6. Leeftijd (cursisten)

2.7. Afhankelijk van netwerken

2.8. Beheer zwaar, beheersbaarheid

2.9. Open systeem

2.10. Misbruik gevoelig

2.11. Classified?

2.12. Pestgedrag/anonimiteit

2.13. Je moet mee (kennis)

2.14. Is het wel sociaal?

2.15. Openbaar

2.16. Lastig af te kaderen

2.17. Fraudegevoelig

2.18. Afleiding leerlingen/docenten

2.19. Nog niet in beveiligde omgeving

2.20. Verslavend

2.21. Virtuele vrienden

2.22. Passief (anderen reageren)

2.23. Onzekerheid/onkunde

2.24. Overload

2.25. Media en geschikte systemen zijn duur

2.26. Publiekelijk

3. Voorbeelden

3.1. LinkedIn

3.2. Twitter

3.3. Facebook

3.4. Hyves

3.5. Weblogs

3.6. Wiki's

3.7. Flickr

3.8. YouTube

3.9. MySpace

3.10. RSS

3.11. Vimeo

3.12. Dik.nl

3.13. Slideshare

3.14. Evernote

3.15. MSN

3.16. Ning

3.17. World Café

3.18. Google Docs

3.19. Skype

4. Vragen

4.1. Voorbeelden van succes?

4.2. Don'ts?

4.3. Wat/hoe zelf toepassen?

4.4. Wie? Wat? Waar? Hoe? Wanneer?

4.5. Hoe werkt het? Hoe te gebruiken?

4.6. Is het wel sociaal?

4.7. Probleem met beveiliging?

4.8. Hoe overzicht te bewaren?

4.9. Binnen "intranet?"

4.10. Wat is het verschil tussen een community en een netwerk?

4.11. Hoe? Effectief? Meetbaarheid?

5. Sterke kanten

5.1. Groot bereik

5.2. Toegankelijk

5.3. Overal-altijd

5.4. Snel

5.5. Delen

5.6. 'Eigen' selecteren

5.7. Maakt netwerken mogelijk

5.8. Sluit aan bij doelgroep

5.9. Laagdrempelig

5.10. Eenvoudig

5.11. Snelle communicatie

5.12. Je kunt zien of iemand beschikbaar is (wie is online?)

5.13. Betrokkenheid

5.14. Recente kennis ontsluiten

5.15. Leerabsorptie

5.16. Just in Time, just enough

5.17. Visueel