1. Bewegen en ontspannen
1.1. Ik sport
1.2. Ik doe aan teamsport
1.3. Ik doe aan individuele sport
1.4. Ik fiets vaak
1.5. Ik loop veel
1.6. Ik vind dat ik genoeg beweeg
1.7. Ik game
1.8. Ik gebruik mijn spelcomputer (zoals Playstation en XboX)
1.9. Ik kijk films/series
1.10. Ik chill
1.10.1. Buiten
1.10.2. Op mijn kamer
1.10.3. Bij mijn vrienden thuis
1.10.4. Op school
1.10.5. Bij mijn vereniging of club
1.10.6. In het buurthuis
1.10.7. ..........................................................
1.11. Ik speel kaarten, bordspellen, etc.
1.12. Ik ontspan door:
1.12.1. Zingen
1.12.2. Muziek maken
1.12.3. Tekenen/schilderen
1.12.4. Lezen
1.12.5. Yoga
1.12.6. Handwerk
1.12.7. Puzzelen
1.12.8. Slapen
1.12.9. ..........................................................
1.13. Ik kom wel eens bij een:
1.13.1. Massagesalon
1.13.2. Schoonheidspraktijk
1.13.3. Sauna
1.13.4. Manicure/pedicure
1.13.5. ..........................................................
1.14. Ik vind dat ik genoeg ontspanning heb
1.15. Ik ontspan op een andere manier, namelijk .............................................................
2. Werk/carrière
2.1. Ik heb een betaalde baan in loondienst
2.2. Ik heb een bijbaan
2.3. Ik doe vrijwilligerswerk
2.4. Ik heb een stage
2.5. Ik ben freelancer/ZZP'er
2.6. Ik werk 'wit'
2.7. Ik werk 'zwart'
2.8. Ik heb plezier:
2.8.1. In mijn baan in loondienst
2.8.2. In mijn bijbaan
2.8.3. Met het vrijwilligerswerk
2.8.4. Met mijn stage
2.8.5. Met mijn eigen bedrijf
2.9. Ik vind dat ik genoeg verdien
2.10. Mijn toekomstbaan is ..........................................
2.11. Mijn toekomstdroom is ......................................
3. Gezondheid
3.1. Ik heb een gezonde BMI
3.2. Ik heb een normaal lichaamsgewicht
3.3. Ik eet voldoende fruit
3.4. Ik eet volgens de Schijf van Vijf (1. groente en fruit; 2. brood, pasta, peulvruchten, aardappels; 3. zuivel, vlees, vis, ei, vleesvervangers; 4. vetten en olie; 5. vocht)
3.5. Ik eet gevarieerd
3.6. Ik eet voldoende
3.7. Ik eet vlees/vis
3.8. Ik ben vegetarisch
3.9. Ik ben veganist
3.10. Ik eet geregeld fastfood
3.11. Ik eet minimaal drie keer per dag
3.12. Ik eet de drie hoofdmaaltijden per dag
3.13. Ik eet geregeld voedsel waar veel suiker in zit
3.14. Ik drink geregeld drank waar veel suiker in zit
3.15. Ik eet/drink veel light/zero producten
3.16. Ik gebruik verdovende middelen:
3.16.1. Sigaretten
3.16.2. Alcohol
3.16.3. Sigaren
3.16.4. Softdrugs, bijvoorbeeld wiet
3.16.5. Harddrugs, bijvoorbeeld LSD
3.16.6. ..........................................................
3.17. Ik heb een gedragsstoornis
3.18. Ik heb een eetstoornis
3.19. Ik heb een groeistoornis
3.20. Ik heb een ontwikkelingsstoornis
3.21. Ik heb een verslaving
3.22. Ik gebruik medicijnen
3.23. Ik heb een chronische ziekte
3.24. Ik heb een ziekte overwonnen
3.25. Ik heb hulp (gehad) van hulpinstanties, bijvoorbeeld psycholoog, coach, therapeut
3.26. Ik vind dat ik gezond ben
4. Financiën
4.1. Ik verdien geld
4.2. Ik krijg veel van mijn ouders/verzorgers
4.3. Ik kan goed met geld omgaan
4.4. Ik geef gemakkelijk geld uit
4.5. Geld is stom
4.6. Ik maak me geen zorgen over geld
4.7. Ik vind dat ik genoeg geld heb
4.8. Ik heb hoge rekeningen (bijvoorbeeld telefoonrekening)
4.9. Ik kan rondkomen met mijn geld
4.10. Ik heb overzicht in mijn geldzaken
4.11. Ik heb een eigen bankrekening
4.12. Mijn ouders regelen mijn bankrekening
4.13. Ik heb spaargeld
4.14. Ik spaar met een doel
4.15. Ik ben een shop-a-holic
4.16. Ik heb altijd cash op zak
4.17. Ik sta vaak rood
4.18. Ik heb een lening
4.19. Ik heb schulden
4.20. Ik vind dat ik rijk ben
5. Persoonlijke ontwikkeling
5.1. Identiteit
5.1.1. Ik weet wie ik ben
5.1.2. Ik weet wat ik wil
5.1.3. Ik weet wat ik kan
5.1.4. Ik weet waar ik naartoe wil
5.1.5. Ik weet wat ik doe
5.1.6. Ik weet wat ik vind
5.1.7. Ik ben gelovig
5.2. Normen en waarden
5.2.1. Ik kom op tijd
5.2.2. Ik heb respect voor mezelf
5.2.3. Ik toon respect voor anderen
5.2.3.1. Hulpverlening
5.2.3.2. Andere culturen
5.2.3.3. Geloofsovertuigingen
5.2.3.4. Jongeren
5.2.3.5. Ouderen
5.2.3.6. Andere geaardheid
5.2.3.7. Autoriteit
5.2.3.8. Ouders
5.2.3.9. Dieren
5.2.3.10. Natuur
5.2.3.11. Omgeving
5.2.4. Ik houd mij aan afspraken
5.2.5. Ik ben betrouwbaar
5.2.6. Ik kan omgaan met positieve en negatieve feedback
5.3. Opvattingen
5.3.1. Ik kan zelfstandig werken
5.3.2. Ik heb zelfvertrouwen
5.3.3. Ik geniet van het leven
5.3.4. Ik zorg goed voor mezelf
5.3.5. Ik zou mezelf als vriend willen
5.3.6. Ik maak gebruik van kansen
5.3.7. Ik ben zorgzaam
6. Sociale contacten
6.1. Gezin
6.1.1. Ik heb een goede band met mijn moeder
6.1.2. Ik heb een goede band met mijn vader
6.1.3. Ik heb een goede band met mijn broer(s)
6.1.4. Ik heb een goede band met mijn zus(sen)
6.1.5. Ik heb een goede band met de nieuwe partner van mijn vader
6.1.6. Ik heb een goede band met de nieuwe partner van mijn moeder
6.1.7. Ik woon bij mijn eigen vader en moeder
6.1.8. Ik woon in een samengesteld gezin
6.1.9. Ik woon .............................................................
6.1.10. Mijn geboortepositie is oudste/middelste/jongste/enigs kind (streep door wat niet van toepassing is
6.2. Familie
6.2.1. Ik heb een goede band met mijn opa(s)
6.2.2. Ik heb een goede band met mijn oma(s)
6.2.3. Ik heb een goede band met mijn oom(s)
6.2.4. Ik heb een goede band met mijn tante(s)
6.2.5. Ik heb een goede band met mijn neef/neven
6.2.6. Ik heb een goede band met mijn nicht/nichten
6.3. Vrienden
6.3.1. Ik heb een beste vriend(in)
6.3.2. Ik heb veel goede vrienden
6.3.3. Ik heb veel kennissen
6.3.4. Ik heb geen vrienden
6.4. Liefdesrelaties
6.4.1. Ik heb een liefdesrelatie met een jongen
6.4.2. Ik heb een liefdesrelatie met een meisje
6.4.3. Ik heb nog nooit een liefdesrelatie gehad
6.4.4. Ik wil later trouwen
6.4.5. Ik wil later samenwonen
6.4.6. Ik wil later kinderen
6.4.7. Ik wil later alleen zijn