Wet natuurbeheer en Zonnepanelen

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
Wet natuurbeheer en Zonnepanelen Door Mind Map: Wet natuurbeheer en Zonnepanelen

1. wie vindt iets

1.1. provincie utrecht zienswijze:

1.1.1. Door het plaatsen van de zonnepanelen kunnen de microklimaten onder de dakpannen dermate veranderen, dat verblijfplaatsen hun functie niet langer kunnen vervullen. Ook kunnen invliegopeningen middenop het dak (met name voor vleermuizen) door de panelen onbereikbaar worden. Indien hier sprake van is, is er sprake van het beschadigen/vernielen zoals bedoeld in de wet. Er is echter weinig onderzoek/literatuur beschikbaar naar de effecten van zonnepanelen op verblijfplaatsen van beschermde diersoorten

1.1.2. Door het ontzien van de broedperiode wordt in ieder geval voorkomen dat broedsels verstoord worden, wat zeker heel belangrijk is. Dat neemt niet weg dat indien er gewerkt wordt zonder onderzoek voorafgaand aan de ingreep, de werkzaamheden door handhaving stilgelegd kunnen worden. Wij zetten hier niet actief op in maar een melding kan natuurlijk niet genegeerd worden. Hierin ligt dus een risico voor de uitvoering. Indien de geldende juridische procedures doorlopen moeten worden moet er een vleermuizen- en broedvogelonderzoek uitgevoerd worden (maart tm sept/okt) en een ontheffing aangevraagd worden indien de wet overtreden wordt. Dit is gezien de vraaggestuurde uitvoering van het project natuurlijk erg lastig.

1.1.3. U bent echter niet de eerste die deze vragen stelt. Andere corporaties worstelen met hetzelfde vraagstuk. Wij proberen hierin aan te sturen op een gebiedsgerichte aanpak (grootschalig onderzoek binnen specifieke plangebied, aanbieden van alternatieve verblijfplaatsen vooraf) of een gedragscode (niet plaatsgebonden, vrijstelling onder voorwaarden). Voor een gebiedsgerichte aanpak kunt u een vooroverleg bij ons aanvragen, voor gedragscodes blijft de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland bevoegd gezag. Er is nog geen bestaande richtlijn hiervoor.

1.2. ecoloog woonforte

1.2.1. Het lijkt mijzelf ook zeer nuttig om eens te zien welke werkzaamheden ze daadwerkelijk uitvoeren om de zonnepanelen te plaatsen. De ingrepen die uitgevoerd worden, zijn van groot belang op de effecten die kunnen optreden.

1.2.2. Het advies is om de werkzaamheden uit te voeren in de periode van september tot maart; dit is buiten de broedperiode van huismussen en gierzwaluwen.

1.2.3. Indien het werk niet volledig uitgevoerd kan worden in september tot maart, dan is het advies om op 15 maart 2018 een extra ronde naar huismus te doen. Dan weten we waar huismussen nestlocaties hebben en op welke locaties we wel kunnen werken enz. Dit dient dan vast gelegd te worden in een ecologisch werkprotocol.

1.2.4. plan het om broedperiodes heen, maar per saldo hou je dan niks over

1.2.4.1. Huismussen: kwetsbare periode is van maart tot september;

1.2.4.2. Gierzwaluw: kwetsbare periode is van half april tot half augustus;

1.2.4.3. Gebouwbewonende vleermuizen: kwetsbare periode is van half mei – medio juli (kraamverblijven met jongen), half augustus tot 1 oktober (paarperiode) en van november tot en half maart (overwintering en in een soort van slaapstand).

1.2.5. Advies is om de locaties waar jullie zonnepanelen gaan realiseren van te voren te laten controleren op de geschiktheid ervan voor deze beschermde soorten. Dan kan bepaald worden of de woningen geschikt zijn voor beschermde soorten, er een ontheffing nodig is, een nader onderzoek of dat er buiten bepaald kwetsbare periode gewerkt kan worden.

1.3. portaal, advies van bureau Ekoza

1.3.1. Meestal betreft het mussen. In incidentele gevallen hebben zij als alternatief een nestkast op de gevel onder de gootoverstek geplaatst, en ook wel een voorziening bij de nokpannen aangebracht.

1.3.2. Er is vaak wel voldoende ruimte onder de zonnepanelen, probleem is dat de temperatuur te hoog wordt.

1.3.3. Het percentage van het dak dat met zonnepanelen gevuld wordt is ook wel van invloed op de aanpak.

1.3.4. Provincies staan soms wel open voor een generieke ontheffing voor een groter gebied.

2. de wet

2.1. wat staat er in de wet

2.1.1. Artikel 10

2.1.1.1. Het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, opzettelijk te verontrusten.

2.1.1.2. red: definieer opzettelijk

2.1.2. Artikel 11

2.1.2.1. Het is verboden nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren,

2.1.2.1.1. behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te beschadigen, te vernielen, uit te halen,

2.1.2.2. weg te nemen of te verstoren.

2.1.2.3. red: alleen verstoren van toepassing

2.1.2.4. red: definitie van verstoren in de wet

2.1.3. Artikel 12

2.1.3.1. Het is verboden eieren van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te zoeken,

2.1.3.2. te rapen, uit het nest te nemen, te beschadigen of te vernielen.

2.1.4. Nestlocaties van de huismus en gierzwaluw en de verblijfplaatsen van vleermuizen en steenmarters

2.1.4.1. zijn in het kader van de Wet natuurbescherming het jaar rond beschermd. Dit betekent dat het

2.1.4.2. verwijderen van nesten en verblijfplaatsen (ook buiten het actieve seizoen) niet zonder meer

2.1.4.3. toegestaan is. Deze bepalingen zijn opgenomen in de artikelen 3.1, 3.5 en 3.10 van de Wet

2.1.4.4. natuurbescherming.

2.1.5. In sommige situaties en onder bepaalde voorwaarden mogen verblijfplaatsen en of nestlocaties

2.1.5.1. worden verwijderd (buiten het kwetsbare seizoen). Daarvoor is ontheffing of vrijstelling van de wet

2.1.5.2. op basis van een gedragscode nodig.

2.2. vrijstelling of verbod

2.2.1. stap 1: zijn ze aanwezig - locatie-onderzoek

2.2.1.1. het gaat veelal over weides e.d., daar is een locatie-onderzoek veel makkelijker dan bij daken van corporaties

2.2.1.2. wie kan die inspectie doen? de installateur ziet dat het beste?

2.2.2. stap 2: veroorzaakt u schade

2.2.2.1. Uw activiteit mag geen schadelijke effecten hebben op de aanwezige beschermde soorten

2.2.2.1.1. voorbeeld genoemd: bomen kappen of slopen

2.2.2.1.2. hebben de werkzaamheden negatieve invloed op beschermde dieren of planten?

2.2.2.1.3. ecoloog kan advies geven over voorkomen van schadelijke effecten

2.2.2.2. als de soort er niet is (in de winter), moet je dan voorkomen dat je zijn nest kapot maakt (advies ecoloog woonforte: eerste rijen dakpannen niet aantasten - definieer aantasten)

2.2.3. stap 3 probeer schade te voorkomen: ontzien van vaste rust- of verblijfsplaatsen

2.2.3.1. Voorkomt u hiermee alle schadelijke effecten? Dan hoeft u geen ontheffing voor de Wet natuurbescherming aan te vragen.

2.2.4. stap 4: gebruik een gedragscode

2.2.4.1. gedragscodes vooral afgegeven voor waterschappen ed, niet voor bouwers

2.2.4.1.1. https://mijn.rvo.nl/gedragscodes-overige-organisaties

2.2.5. stap 5: als geen gedragscode, alsnog een ontheffing nodig

2.3. andere standaard situaties

2.3.1. rvo zegt: Er is al wel wat beweging als het gaat om renovaties, maar dat is nog in een zeer pril stadium.

2.3.2. gedragscode Natuurinclusief renoveren

2.3.2.1. iets geregeld voor nul-op-de-meter renovaties

2.3.2.1.1. Minder aandacht voor vleermuis bij nul-op-de-meter-renovatie

2.3.2.2. Door het werken met de gedragscode natuurinclusief renoveren mogen verblijfplaatsen en nestlocaties worden verwijderd, onder de voorwaarden dat er mitigerende én compenserende maatregelen worden genomen.

2.3.2.2.1. vooraf 1 onderzoek voor alle locaties

2.3.2.2.2. nestkastjes elders ophangen

2.3.2.2.3. wat doen ze verder, mij niet helemaal duidelijk

2.3.2.3. deze omvat ook het plaatsen van pv-panelen

2.3.3. ouder: De afgelopen twee jaar zijn individuele ontheffingen verleend aan vier aanbieders van Stroomversnelling - BAM, VolkerWessels, Dura Vermeer en Ballast Nedam – en aan het Centrum voor Veilig Wonen voor het versterken en verduurzamen van woningen in het aardbevingsgebied in Groningen

2.3.3.1. In de renovatieconcepten die van tevoren ontworpen en goedgekeurd zijn, zijn permanente

2.3.3.2. verblijfplaatsen voor een aantal diersoorten verwerkt. Daarnaast is in de ontheffing opgenomen dat

2.3.3.3. het door de schaal van het project niet altijd mogelijk is om de kwetsbare perioden van de soorten

2.3.3.4. geheel te ontzien en dat het door de fasering van de werkzaamheden aannemelijk is “dat te allen

2.3.3.5. tijden voldoende alternatieve verblijfsmogelijkheden voor de soorten aanwezig zullen zijn”.

2.3.3.6. Ook wordt gesteld dat het plangebied na afronding van de werkzaamheden geschikter zal zijn dan

2.3.3.7. voorheen door de soorten doordat uitgegaan wordt van een voorzorgbenadering en een maximaal

2.3.3.8. aan potentiële verblijfplaatsen wordt toegevoegd.

3. situaties, en de ingreep

3.1. soort dak

3.1.1. plat dak

3.1.2. schuin dak afgesloten vogelschroten

3.1.3. schuin dak niet afgesloten

3.2. bevestigingswijze

3.2.1. panelen op de pannen of tussen de pannen

3.2.2. werkzaamheden in combinatie met dakrenovatie of los

3.3. eigendomssituatie

3.3.1. de hele straat of enkele woningen waarvan huurders een bijdrage willen betalen

3.3.2. individuele eigenaar-bewoner

3.3.3. vve

3.4. pv-panelen voor elektriciteit of ook een zonneboiler

4. agenda 20 februari , voorstel

4.1. 1. Kennismaking, wie is wie

4.2. 2. Wet natuurbeheer: welke eisen stelt deze aan ingrepen aan het dak? Wat betekent dit voor vergelijkbare standaardsituaties (bijvoorbeeld voor Nul-op-de-meter-woningen is er een gedragscode “natuurinclusief renoveren” afgegeven)

4.3. 3. Wat omvat het plaatsen van panelen precies en in hoeverre wordt de wet dan geraakt? Verschilt dit nog bij platte daken/schuine daken, wijze van monteren, wel of geen aanwezigheid van vogelschroten.

4.4. 4. Hoe zou je hiermee om kunnen gaan: onderzoek vooraf of er nesten zitten (door wie en hoe steekproef), broedperiodes respecteren, delen van het dak vrijlaten, nestkasten plaatsen.

4.5. 5. Is zinvol om te komen tot een interpretatie of nadere uitleg van de wet / informatiefolder / standaard richtlijn / gedragscode / ontheffing / … op basis waarvan woningcorporaties (of: iedereen die zonnepanelen plaatst) rechtszekerheid of een helder stappenplan hebben? Zo ja, wie kan/moet daar een rol spelen en hoe ziet de weg daar naartoe eruit?

4.6. 6. Praktische werkafspraken

4.7. 7. Wat is in de tussentijd het advies van de vergadering aan individuele woningcorporaties / huizenbezitters die panelen willen plaatsen?