1. my reproductive lifeplan
1.1. = al op voorhand nadenken over een (mogelijke) kinderwens en levensstijlfactoren die zouden veranderd moeten worden.
2. kinderwensspreekuur of preconceptionele raadpleging
2.1. wrm willen mensen kinderen?
2.1.1. geld
2.1.2. cultuur
2.1.3. status
2.1.4. sociaal beeld
2.2. = de zorg die vóór de conceptie gegeven w. gericht op risicofactoren die vóór een eventuele zwsch aanw zijn bij de man en vrouw
2.3. = ideale moment tot gedragsverandering (duurt 4-6 maanden)
2.4. doel
2.4.1. streven naar een fysiologisch verloop en een goede uitkomst van de zwsch. door een koppel zo gezond mogelijk aan de zwsch te laten beginnen
2.5. wie
2.5.1. laag en hoog risicopat
3. foliumzuur
3.1. wanneer?
3.1.1. vanaf men aan kinderen wilt beginnen tot 12 w zwsch
3.2. Wat doet het?
3.2.1. voorkomt een open rugje of hazenlip
3.3. dosis?
3.3.1. gewone laagrispat
3.3.1.1. 0,4 mg of 400 µg
3.3.2. obesitas of diabetes
3.3.2.1. tot 4 mg of 4000 µg
4. evidentie pcz
4.1. foliumzuur
4.1.1. 70% minder kans op neurale buisdefecten
4.2. vit d
4.2.1. 5 mg/dag
4.3. stoppen met roken
4.3.1. minder kans op laag geboortegewicht
5. noodzaak pcz
5.1. belangrijke onderwerpen
5.1.1. vruchtbaarheidsbewustzijn
5.1.2. voeding en supplementen
5.1.3. arbeidsomstandigheden en milieu
5.1.4. vrijetijdsbestedingen
5.1.5. vaccinaties
5.1.6. medicatie, roken enz
5.1.7. huiselijk geweld
5.1.7.1. 1/6 vrouwen
5.1.8. seksualiteit en vruchtbaarheid
6. besluit
6.1. het kan leiden tot gezondheidswinsten en kostenbesparingen
6.2. identificeren en wijzigen van biomedische, gedragsmatige en sociale risico's die de gezondheid en zwsch van het koppel beïnvl
6.3. pcz vier pijles
6.3.1. risicoanalyse/risocoselectie (dmv anamnese)
6.3.2. gezondheidsvoorlichting en advies
6.3.2.1. de gez bevorderen, infecties voorkomen, aandacht aan werkomstandigheden
6.3.3. counseling
6.3.3.1. biedt het paar de gelegenheid om op basis van goede info en risicoafweging een besluit te nemen en zwsch te overwegen of niet
6.3.4. interventie en doorverwijzing
7. belangrijke vragen als zorgverlener
7.1. heeft u zich de afgelopen maand eindeloos zorgen gemaakt?
7.2. heeft u zich tijdens de afgelopen maand nerveus, angstig of prikkelbaar gevoeld?
7.3. indien ja, doorvragen
7.4. vrouwen die pcz missen zijn vaak ongerust
8. factoren die de vruchtbaarheid beïnvloeden
8.1. vrouwen zijn het meest vruchtbaar op dagen met
8.1.1. cervixslijm van goede kwaliteit
8.1.2. dagen met hoge, open en zachte baarmoederhals
8.1.3. dagen met ovulatiepijn en bloedingen
8.2. vruchtbaarheidsvenster
8.2.1. 5-7 dagen vruchtbaar
8.2.1.1. 1-2 dagen voor ovulatie het meest
8.2.2. eicel is 24u vruchtbaar
8.2.3. spermacel overleeft 3-5 dagen
8.3. vrijfrequentie
8.3.1. 4x/w of >
8.3.1.1. 80%
8.3.2. 1-2x/w
8.3.2.1. 32%
8.3.3. < of gelijk aan 1 / w
8.3.3.1. 17%