embryologische ontwikkeling week 4 postmenses

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
embryologische ontwikkeling week 4 postmenses Door Mind Map: embryologische ontwikkeling week 4 postmenses

1. dag 8

1.1. gedeeltelijke innesteling

1.2. differentatie trofoblast

1.2.1. cytotrofoblast

1.2.1.1. cellulaire laag

1.2.1.2. = binnenzijde

1.2.1.3. bestaande uit aparte cellen

1.2.2. syncytiotrofoblast

1.2.2.1. = buitenste laag

1.3. differentiatie embryoblast

1.3.1. endodermale kiemblad of hypoblast

1.3.1.1. laag van kleine cellen

1.3.2. ectodermaal kiemblad of epiblast

1.3.2.1. laag van hoge cilindercellen

1.4. ectoderm en endodermcellen vormen een schijf

1.4.1. = tweebladige kiemschijf

1.5. amnionholte

1.5.1. intercellulaire ruimten tussen

1.5.1.1. cytotrofoblast

1.5.1.2. ectoderm

1.5.2. = gevuld met vruchtwater

1.5.3. = volume waar later foetus in zal zitten

2. algemeen

2.1. = 2de week vd ontwikkeling

2.2. implantatie vindt plaats

2.3. 2 kiembladen w gevormd doordat embryoblast twee verschillende lagen gaat vormen

3. dag 9

3.1. diepere innesteling blastocyste in endometrium + vorming fibrineprop

3.1.1. er kan innestelingsbloed optreden

3.2. ontstaan lacunes

3.2.1. = lacunaire fase

3.2.2. maken later contact met maternale bloedvaten om later placenta te vormen

3.2.3. @ embryonale pool

3.3. cytotrofoblast

3.3.1. @ tegenovergelegen pool

3.3.2. platte cellen die zich afsplitsen

3.3.2.1. gevolg

3.3.2.1.1. ontstaan dun membraan

4. dag 11-12

4.1. volledige innesteling

4.1.1. @ stroma vh endometrium en opp-epitheel vd uterus-mucosa

4.2. utero-placentaire circulatie

4.2.1. moederlijke capillairen vormen sinussen

4.2.1.1. ontstaan uit anastomosen (= nieuwe verbinding) tussen art en venen vh endometrium

4.2.1.2. cellen trofoblast invaderen endotheel moederlijke vaten

4.2.1.3. contact tss lacunes en sinussen bloed moeder in contact met syncitiotrofoblast

4.2.1.4. drukverschil tss art en veneu capillaire

4.2.1.4.1. bloed vd moeder begint door lacunesysteem in trofoblast te stromen

4.3. holte tss membraan v Heuser en cytotrofoblast

4.3.1. = chorionholte of extra-embryonaal coeloom

5. dag 13

5.1. oppervlakkig defect endometrium meestal genezen

5.1.1. af en toe inplantatiebloedingen door verhoogde bloedtoevoer naar de lacunaire ruimtes

5.1.1.1. menstruatiebloeding vaak op 28ste dag --> verwarring met implantatiebloeding --> moeilijker om geboortedatum vast te stellen

5.2. ontwikkeling van

5.2.1. trofoblast

5.2.1.1. @ embryonale pool

5.2.2. endodermale laag van kiemschijf

5.2.2.1. begint met cellen te produceren

5.2.2.1.1. cellen migreren langs binnenzijde vd primaire dooierzak