1. Waar komt dat ontzag voor de natuur vandaan?
1.1. Chinezen hebben geen godsbegrip
1.1.1. De kosmos is voor hen niet door god gemaakt
1.1.2. Vragen wie de kosmos heeft geschapen is zinloos, dat is hetzelfde als: wie heeft God geschapen?
1.1.3. Spinoza zei: Deus sive Natura, god of de natuur
1.1.3.1. je mag God zelfs weglaten
1.2. In het westen is de natuur iets om te manipuleren
2. Grote probleem is voor mij de religie
2.1. Zeggen dat religie iets voor kinderen is
2.1.1. Religie is universeel
2.1.1.1. te maken met onze behoefte aan zingeving
2.1.1.1.1. behoefte aan transcendente emotionaliteit
3. Soort emotionaliteit bestaat doe betrokken is op waarden die niet met mijn ego te maken hebben.
3.1. Op de Kosmos, hoe meer je over de kosmos nadenkt hoe groter het mysterie wordt
3.2. Problemen met de verabsolutering van wetenschap
3.2.1. wetenschappers doen toch zo graag alsof ze alles zo goed begrijpen
3.3. Het ultieme mysterie zal nooit door de wetenschap worden opgelost.
3.3.1. omdat het heelal zo ver van hier ligt blijft het grote mysterie
4. Reïncarnatie is toch ook wetenschappelijke onzin? Daar geloven Boeddhisten ook in?
4.1. gelooft in reïncarnatie maar niet in die van het individu
4.1.1. Zelfs de dalai lama begrijpt het niet
4.1.2. Als u overlijdt is het niet de ik die opnieuw geboren wordt maar het is de energie die blijft bestaan.
4.1.2.1. puur wetenschappelijk verklaarbaar: energie kan niet verloren gaan.
5. Dan hoeft er helemaal geen spanning te zijn tussen wetenschap en religie?
5.1. Je wordt steeds religieuzer wordt naarmate je meer kennis bezit
5.1.1. het mysterie wordt hier gedeeltelijk ontsloten
5.2. filosofen zouden zich beter moeten informeren over de wetenschappelijke stand van zaken
5.2.1. sommige filosofen zijn nog altijd alleen nog maar bezig over het substantiebegrip bij Aristoteles
5.2.1.1. we weten ondertussen dat die substantie helemaal niet bestaat.
6. Hoopten uw ouders dat u priester zou worden?
6.1. Ik kom uit een eenvoudig gezin
6.1.1. geen intellectuele mensen
6.1.1.1. niet dom maar ze hadden niet gestudeerd
6.2. ik was de enige van de klas die verder ging studeren
6.3. als jongen wilde ik zelfs missionaris worden
6.3.1. toen ik een jaar of 15 was wist ik dat het niks voor mij was
7. Is Europa geen uitzondering? in de rest van de wereld bloeit religie als nooit te voren
7.1. Oude traditionele godsdiensten slijten vanzelf
7.2. Zolang mensen niet ontwikkeld zijn, niet studeren hebben ze geborgenheid van traditionele religies nodig
8. Is de Gulden regel iets wat alle religies met elkaar gemeen hebben?
8.1. ja maar de gulden regel mist voor mij enige diepte
8.2. te zeer een kwestie van afspraken en regeltjes
8.2.1. afspraken en wetten hebben niks te maken met mijn innerlijke toestand
8.3. boeddhisten zijn ervan overtuigd dat we automatisch verdraagzamer worden
8.3.1. basis van vrede
8.3.1.1. niet de uiterlijke wetten, maar de innerlijke toestand
9. Heeft u de zin van het leven gevonden, professor?
9.1. vreselijk abstracte vraag
9.2. ik heb de zin van het leven wel gevonden
9.2.1. niet alleen problemen opgelost, maar ik heb wel een antwoord op die vraag
9.3. de zin van het leven is transcendentie, mezelf overstijgen
9.3.1. door mijn talenten te verdubbelen
10. Al het denkwerk een genoegen verschaft?
10.1. Grote vreugde
10.2. Niet graag een oppervlakkig leven leiden
10.3. Diepgang missen in de geschreven media
10.4. "Door veel te lezen en te studeren heb je het landschap misschien nog niet gezien, maar je hebt tenminste een kaart"
11. Wat zijn de hoofdlijnen?
11.1. Drie dimensies in dit bestaan
11.1.1. De natuur en de mens voegt daar nog twee dimensies aan toe: het rationele en het emotionele
11.2. Ontzag voor de natuur in China gevonden
11.3. De mens heeft ratio en emotie
11.3.1. Ratio voornamelijk in het westen, in de wetenschap
11.3.2. De emotie vind hij in het boeddhisme
12. Zijn oosterse religies gemakkelijker te verzoenen met de wetenschap dan de westerse godsdiensten
12.1. Het boeddhisme kent geen dogma's
12.1.1. nooit een kwaad woord lezen over de evolutietheorie
12.2. christendom had wel dogma's en dus was er altijd miserie
12.2.1. het christendom had heilige geschriften, die de eeuwige waarheid bevatten
13. Wat gedaan is, kan nooit ongedaan gemaakt worden.
13.1. kan alleen gecompenseerd worden door het tegenovergestelde te doen
13.2. je leven is voorbij, maar je daden werken voor altijd na
13.2.1. dat is karma
14. Wat waren de eerste grote vragen die u als kind stelde?
14.1. Hadden met god te maken
14.2. kom uit een katholiek nest
14.3. geloof werd ons meegegeven als onaantastbare waarde
14.3.1. zonde om eraan te twijfelen
15. Was u als kind bang voor god?
15.1. Bang om naar de hel te gaan
15.1.1. zo waren we opgevoed
15.2. vrij van zin geworden toen ik aan de universiteit van Gent studeerde
16. Wat bedoelt u daarmee?
16.1. heel wat principes in het Christendom die waardevol zijn
16.2. De zachtmoedigheid, het principe van de vrede
16.2.1. allemaal waarden die we zouden moeten redden, zelfs al nemen we afscheid van de dogma's
16.3. "Zalig de zachtmoedigen"
16.3.1. dat zit ook in het boeddhisme
17. Plichten van de mens
17.1. Zijn dat de 10 geboden niet?
17.1.1. acht van de tien geboden zijn geformuleerd als verboden
17.2. wat zou voor u de eerste plicht van de mens zijn?
17.2.1. elementaire rechtvaardigheid beoefenen
17.2.1.1. ervoor zorgen dat niemand honger lijdt
17.2.1.2. de armoede is mij het meeste bijgebleven
17.2.1.3. we praten veel over moraal maar we trekken ons daar niks van aan