1. voeding
1.1. MUST
1.1.1. gevarieerd eten
1.1.1.1. veel fruit en groenten
1.1.1.2. koolhydraten
1.1.1.3. proteïnen
1.1.1.4. vezels en melkproducten
1.2. DON'T
1.2.1. ongepasteuriseerde of rauwe melk
1.2.2. kazen op basis van bovenstaande melk
1.2.3. paté
1.2.4. lever en afgeleide producten
1.2.5. ongekookte of onvoldoende verwarmende maaltijden
1.2.6. vis die veel kwik (invloed op CZS foetus)
1.2.7. rauwe schaaldieren zoals oesters
2. Preventie infecties
2.1. CMV (cytomegalovirus)
2.1.1. herpesvirus
2.2. varicella
2.2.1. = windpokken of een primaire infectie met varicella zoster-virus
2.2.2. meer dan 90% van vrouwen is immuun door kinderziekte meegemaakt te hebben
2.2.3. wanneer vrouw dit nog niet doormaakte --> toediening immunoglobulinen binnen 96 u na blootstelling indien er geen pos testen zijn
3. risico's bij voeding
3.1. tonijn
3.1.1. niet meer dan 3 medium blikken of één verse tonijnsteak per week
3.2. cafeïne
3.2.1. max 300 mg per dag
3.3. listerose
3.3.1. veroorzaakt door listeria monocytogenes
3.3.2. lijkt op de griep
3.3.3. kan leiden tot
3.3.3.1. preterme geboorte
3.3.3.2. miskraam
3.3.3.3. doodgeboorte
3.3.3.4. gezondheidsproblemen pasgeborene
3.4. Salmonella infectie
3.4.1. bacterie die voedselvergifteging veroorzaakt
3.4.2. veroorzaakt diarree en braken
3.4.3. vermijd rauwe of partieel gekookte eieren
3.5. Toxoplasmose
3.5.1. kattenziekte
3.5.2. kan voor neurologische schade zorgen
3.5.3. handen goed wassen
3.5.4. geen contact met grond
4. vitaminen/mineralen
4.1. foliumzuur
4.1.1. van wens tot 12 w zwschp 0,4 mg
4.2. ijzerpreparaten
4.2.1. hoeft niet routinematig
4.2.2. vervelende bijwerkingen
4.3. vitamine D
4.3.1. aangeraden om 400 IU per dag binnen te krijgen
4.4. calciumsupplementen
4.4.1. risicoreductie voor pre-eclampsie bij vrouwen met weinig calcium