CAMILLE CLAUDEL

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
CAMILLE CLAUDEL Door Mind Map: CAMILLE CLAUDEL

1. ZELFSTANDIG

1.1. In 1893 besloot ze voor zichzelf te gaan werken, omdat ze met Rodin samen niet genoeg tijd en energie had voor haar eigen creativiteit

2. ROMANTISCHE LEZING

2.1. Camilles ergernis voor Rodin werd langzaam omgezet in haat en ze wilde niets meer met hem en zijn wereld te maken hebben. Ze ging zich isoleren, werd achterdochtig en wantrouwde steeds meer mensen. Weinig mensen waren haar tot steun, ook haar eigen familie niet. Haar moeder vond haar gedrag schandalig, haar zus was inmiddels getrouwd en haar broer Paul was te druk begaan met zijn eigen internationale carrière in de diplomatie. Alleen haar vader stond achter haar beslissing om kunstenares te worden, maar die was al oud en stierf op 2 maart 1913. Toen was Paul hoofd van de familie en hij besloot dat het zwarte schaap van de familie, zijn zus Camille, het beste naar een psychiatrisch ziekenhuis kon, omdat ze paranoïde was. Zo werd Camille, niet eens op de hoogte gebracht van de dood van haar vader, op maandag 10 maart 1913 overmeesterd in haar atelier om voor de rest van haar leven achter tralies te verdwijnen. Paul schreef in zijn dagboek dat hij als waar katholiek een goede taak had volbracht en dat het niet aan vrouwen is om geniaal te zijn. Hij als man was toen aan de beurt. Tijdens de 30 jaar opsluiting kwamen haar moeder en zus niet één keer op bezoek, Paul enkele keren. In de medische dossiers kwam naar voren dat Camille inderdaad paranoïde was, maar in 1915 genezen was verklaard en de inrichting mocht verlaten. Dit weigerden haar moeder en Paul, dus moest Camille noodgedwongen blijven. Haar brieven naar het thuisfront zijn aangrijpend en getuigen van een gezonde, maar zeer verdrietige geest. Toen Camille op 19 oktober 1943 in alle eenzaamheid haar laatste adem uitblies, waren haar moeder en zus al enige tijd overleden. Noch Paul, noch andere familieleden namen de moeite om naar haar begrafenis te gaan. Hij liet haar niet bijzetten in het familiegraf in Villeneuve-sur-Fère, ook niet nadat hij in de jaren 1950 een brief had ontvangen waarin hem verzocht werd te bepalen wat er met de stoffelijke resten van zijn zus moest gebeuren. Pauls kinderen troffen deze brief in 1955 in de nalatenschap van hun vader aan en wisten niet eens dat zij een tante hadden. Zij hebben toch een gedenkteken bij het familiegraf laten plaatsen.

3. DOCHTER VAN PAUL CLAUDEL

3.1. Dichter

3.2. Diplomaat

3.3. Dramaturg

4. FRANKRIJK

4.1. Verhuisde in 1881 naar Parijs

4.2. Ze ging daar naar de opleiding; Académie Colorossi. Vrouwen werden destijds nog niet toegelaten tot de Académie des beaux-arts.

4.3. Vervolgens huurde ze samen met een paar bevriende kunstenaressen van de Académie Colorossi een atelier waar ze zelfstandig konden werken. Elke week beoordeelde Alfred Boucher hun werk

4.4. Op een dag was Alfred Boucher in gezelschap van de directeur van de Académie des beaux-arts, die bij het zien van Camilles werk zei: u heeft les gehad van meneer Rodin, maar Camille had Rodin op dat moment nog niet ontmoet.

5. JEUGD

5.1. Was niet zo liefdevol.

5.2. Haar broer overleden na 2 weken.

5.3. Om de pijn te verzachten kreeg ze de onzijdige naam 'Camille'

5.4. Ze was als kind bijzonder begaafd

5.5. Als kind boetseerde ze de mensen om zich heen van klei.

5.6. Hierdoor stuurde haar vader haar op les bij beeldhouwer Alfred Boucher

6. RODIN

6.1. Rodin was erg gecharmeerd van Camille en haar talent en vroeg of zij zijn leerlinge wilde worden. Na enige tijd was zij niet alleen meer zijn leerlinge, maar ook zijn rechterhand, muze en maîtresse.

6.2. Tot 1892 werkte Camille zij aan zij met Rodin in zijn atelier.