1. Pymaglion effect
2. Principes van FC-sprint
2.1. Gedrag wordt bepaald door de omgeving
2.2. Het leerrendement groeit als studenten verantwoordelijkheid dragen
2.3. Leren is dingen doen die je niet kunt
2.4. Je moet fouten maken om te leren
2.5. Leren wordt effectiever als studenten de noodzaak voelen om te leren
2.6. Studenten zullen nooit beter presenteren dan de docent van ze verwacht
2.7. Het eerste denkwerk doet de student zelf
2.8. Talent bestaat niet
2.9. Talent is altijd een constatering achteraf
2.10. Een student kan alles leren tot hij zelf het tegendeel bewezen heeft
2.11. De student is verslaafd aan leerredement
2.12. Motivatie is de uitkomst van een proces
3. Mijn winst
3.1. Studenten werken zelfstandig
3.2. Studenten kunnen eigen opdracht beoordelen
3.3. Meer tijd voor andere zaken
3.4. Studenten vragen elkaar i.p.v. mij
3.5. Nieuwe vorm van lesgeven en opdrachten
3.6. Studenten geven zelf vorm aan het product wat de creativiteit verbeterd.
3.7. Motivatie bij studenten vergroot en daarmee de spanningsboog
3.8. Studenten leren om te leren van elkaar
4. Growth vs fixed mindset
5. A en C gedrag
5.1. C gedrag
5.1.1. Ik wacht tot iemand me verteld wat ik moet doen
5.1.2. Ik ga aan het werk wanneer ik word aangespoord
5.1.3. Mijn docent bepaalt de kwaliteit van mijn werk. Ik wacht tot ik een nieuwe opdracht krijg.
5.1.4. Ik ben voornamelijk alleen bezig. Ik wacht af als ik vastloop of ik pruts door tot iemand ingrijpt.
5.2. A gedrag
5.2.1. Ik zorg dat ik weet waar mijn werk aan moet voldoen en ga aan de slag.
5.2.2. Het grootste deel van de tijd ben ik zelfstandig en geconcentreerd aan het werk.
5.2.3. Ik neem de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van mijn werk. Ik controleer het zelf. Doe voorstellen en vraag om nieuwe opdrachten.
5.2.4. Als ik vastloop pruts ik eerst even door en stel daarna vragen. Ik gebruik bronnen. Ik vraag/zoek door totdat ik duidelijk heb. Ik communiceer met het team.