1. Lineaire formules opstellen
1.1. richtingscoëfficiënt berekenen
1.1.1. Verschil van de y-coordinaten *gedeeld door* bijbehorende verschil van de x-coordinaten
1.1.1.1. Yb-Ya -------- Xb-Xa
1.2. na de richtingscoëfficiënt vul je een van de 2 bijbehorende coördinaten die bij de opgaven horen in de volgende formule
1.2.1. RC x coördinaat X + B = Coordinaat Y (RC+coordinaat X)+ coordinaat Y = Antwoord B dan heb je alle antwoorden en heb je een formule die je kan opstellen
2. lineaire vergelijkingen met twee variabelen
2.1. je moet de Y vrijmaken
2.1.1. dit is te vergelijken met x uitdrukken in y
2.2. De algemene voor van een lineaire vergelijking met de variabel X en Y is AX+BY=C de grafiek is een rechte lijn
3. lineaire vormen
3.1. verhoudingstabel
3.1.1. Y is (recht) evenredig met X vermenigvuldig je X met een getal, dan met je y met het zelfde getal vermenigvuldigen
3.1.2. de bijbehorende tabel is een verhoudingstabel
3.1.3. de formule heeft de vorm Y=AX
3.1.4. De grafiek is een rechte lijn door de oorsprong
4. Lineaire formules
4.1. Y=Ax+B
4.1.1. x is het Richtingscoëfficiënt
4.1.1.1. Het Richtingscoëfficiënt is de stagegrootte van het getal. dus hoeveel het punt omhoog en naar rechts gaat op de assenstelsel
4.2. Lineaire verbanden
4.2.1. wiskundig model
4.2.1.1. stuksgewijs lineaire grafiek
5. formules vergelijken
5.1. grafisch numeriek
5.1.1. typ in je Grafische rek machine de 2 lineaire formules (y1 en y2) en kijk op de statenstelsel hoe de lijnen lopen
5.2. lineare ongelijkheden oplossen
5.2.1. algebraïsch oplossen
5.2.1.1. dit betekent dat je al schrijvend stap voor stap naar het antwoord toewerkt. wat je links weg werkt doe je ook rechts
5.2.1.1.1. je stelt 2 formules aan elkaar gelijk op. je doel is om de x over te houden dat gelijk staat met een getal dat nog over is.