1. Gevolgen van gewapende conflicten
1.1. Economische gevolgen
1.1.1. Geld dat aan wapens wordt uitgegeven kan niet besteedt worden aan andere dingen zoals onderwijs en landbouw
1.1.2. Mensen kunnen niet meer werken omdat ze moeten vechten of vluchten
1.1.3. Mensen raken gewond en invalide; in plaats van anderen te kunnen verzorgen hebben ze zelf hulp nodig
1.2. Sociale gevolgen
1.2.1. Vrouwen en kinderen worden op een andere manier getroffen door de oorlog dan mannen; vrouwen worden vaak slachtoffer van seksueel geweld
1.2.2. Na de oorlog werkt het gebrek aan vaccinatie en gezondheidszorg nog jaren door (fysieke gevolgen)
1.2.2.1. Besmettelijke ziekten
1.2.2.2. Ondervoeding
1.2.2.3. Verwondingen
1.2.3. De psychische gevolgen kunnen na de oorlog nog jaren lang doorwerken
1.2.3.1. Angst
1.2.3.2. Hoofdpijn
1.2.3.3. Depressie
1.2.4. Een conflict leidt vrijwel altijd tot vluchtelingen en asielzoekers
1.2.4.1. Mensen die in eigen land blijven, noem je ontheemd
1.3. Demografische gevolgen
1.3.1. Je spreekt van een genocide als er in de oorlog een poging was geweest aan vernietiging van volk of ras
1.3.2. Vrede wordt vaker gevierd met een babyboom als er veel slachtoffers zijn gevallen
1.4. Ecologische gevolgen
1.4.1. Als er landbouwgif is gebruikt, heeft dit gevolgen voor planten en bomen
1.4.1.1. Hierdoor zijn er vaak meer gevallen van ziekten
1.4.2. Andere schade ontstaat door opzettelijke overstroming, olielekkages, en door de munitie die door het milieu rondzwerft
2. Conflicten over grondstoffen
2.1. Terra incognita (Latijn voor: onbekend land)
2.1.1. Land dat nog niemand bezit
2.1.1.1. Exclusieve Economische Zone (EEZ)
2.2. Moratorium
2.2.1. Tijdelijk verbod
2.2.1.1. Inheemse groepen eiste zo'n moratorium op boringen in de Noordelijke IJszee
2.3. Conflictmineraal
2.3.1. Kostbare, zeldzame mineralen
2.3.1.1. Kobalt
2.3.1.2. Coltan
2.4. Kritische mineralen
2.4.1. Onmisbaar voor met name de hightech industry
3. Conflicten over water
3.1. Stroomgebied
3.1.1. Het gebied waar al het smelt- en regenwater via een hoofdrivier naar zee stroomt.
3.2. Oeverstaten
3.2.1. Staten die aan het water liggen
3.2.1.1. Watergebruik tussen oeverstaten verschilt erg
3.3. Benedenstrooms
3.3.1. Afhankelijkheid van 'ínvoer'
3.4. Bovenstrooms
3.5. Waterverdragen
3.5.1. Verdrag waarbij verschillende partijen het waterverbruik in een gebied regelen.
3.6. Het gebied van de Vruchtbare Halvemaan
3.6.1. In het Midden-Oosten
4. Conflictgebieden
4.1. Gewapende conflicten
4.1.1. Internationale conflicten
4.1.1.1. Spelen zich af tussen staten
4.1.2. Interne conflicten/burgeroorlogen
4.1.2.1. Blijven meestal binnen de grenzen van een land
4.1.2.2. Terrorisme of vrijheidsstrijders?
4.1.2.3. Geweld voor financieel doel
4.1.2.3.1. Drugsoorlogen in Mexico
4.1.2.4. Regionaal conflict (uitgebreid naar buiten de grenzen)
4.1.2.5. Territorium
4.1.2.5.1. Met grens: Een staat met recht op soevereniteit
4.2. Regionalisme
4.2.1. Als een volk sterk vasthoudt aan eigen cultuur en geschiedenis
4.3. Nationalisme/Separatisme
4.3.1. Als een volk naar onafhankelijkheid streeft
4.3.1.1. Autonome regio als onafhankelijkheid niet wordt bereikt
4.3.1.1.1. Gedeeltelijke zelfbeschikking
4.4. Vaak sprake van een autoritair regime (dictatuur)
4.5. Failed state
4.5.1. Gebied waarover de overheid geen controle heeft en er veel sprake is van corruptie
5. Oorzaken van gewapende conflicten
5.1. Culturele/Demografische oorzaken
5.1.1. Religieuze verschillen
5.1.2. Jeugdbulten
5.1.2.1. Werkloosheid
5.2. Economische oorzaken
5.2.1. Conflicten over natuurlijke hulpbronnen
5.2.1.1. Goud
5.2.1.2. Aardolie
5.2.1.3. Aardgas
5.2.1.4. Water
5.2.1.5. Wind
5.2.2. Paradox van overvloed
5.2.2.1. Wanneer een gebied zo veel grondstoffen heeft dat de kans op een gewapend conflict groter wordt