Dwangstoornis

Laten we beginnen. Het is Gratis
of registreren met je e-mailadres
Dwangstoornis Door Mind Map: Dwangstoornis

1. Wat is OCD?

1.1. Obsessieve compulsieve stoornis

1.2. Gevoel van onrust en angst

1.2.1. Onrust gaat weg na het bepaalde handelen

2. Kenmerken en signalen

2.1. Dwanggedachten

2.1.1. Bang voor een besmetting

2.1.2. Starten met je rechterbeen

2.1.3. Gedachten dat iemand je iets aan gaat doen

2.1.4. Vloekwoorden in je hoofd horen

2.2. Dwanghandelingen

2.2.1. Vaak handen wassen

2.2.2. Lampen moeten bv 10x aan en uit

2.2.3. Onafgebroken het huis poetsen

2.2.4. Niet op de voegen/lijnen mogen stappen

2.2.5. Wat je aanraakt meteen poetsen

3. Gevolgen

3.1. Spanning

3.1.1. In een relatie

3.1.1.1. Beperkingen opleggen

3.1.2. In het gezin

3.1.2.1. Beperkingen opleggen

3.2. Moeilijkheden op het werk

3.2.1. Soms niet mogelijk

3.3. Eenzaamheid

3.3.1. Isoleren

3.3.2. Sociale contacten niet meer onderhouden

3.4. Problemen door de woonomgeving

3.4.1. Te groot huis

3.4.1.1. Te veel prikkels

4. Behandeling

4.1. Niet vanzelf

4.2. Zorgtraject

4.2.1. Diagnose door:

4.2.1.1. Psychiater

4.2.1.2. Psychloog

4.3. Modulen

4.3.1. Exposure en responspreventie

4.3.1.1. Blootstellen aan angsten

4.3.1.2. in aanraking komen met

4.3.2. Cognitieve gedragstherapie

4.3.2.1. CGT

4.3.2.2. combinatie van 2

4.3.2.2.1. Cognitieve therapie

4.3.2.2.2. Gedragstherapie

4.3.2.3. Pakt gedrag +negatieve gedachten aan

4.3.3. Medicijnen

4.3.3.1. Antidepressiva

4.3.3.1.1. In het begin meer angst klachten

5. Verpleegkundige interventies

5.1. Eetpatroon

5.1.1. Voedingsadviezen

5.1.1.1. Diëtiste

5.1.2. Gewicht controle

5.1.2.1. Afvallen + aankomen

5.1.3. Dwangmaatregelen

5.1.3.1. Sondevoeding

5.1.3.1.1. Ondergewicht

5.2. Medicijnen

5.2.1. Juiste inname

5.2.2. Juiste werking

5.2.3. Bijwerkingen

5.2.4. Controle op inname

5.3. Wondzorg

5.3.1. Door veel aanrakingen

5.3.2. Door veel handen wassen

5.3.3. Door zelfverwondingen

5.3.3.1. Snijden

5.3.3.2. Verbrandingen

5.4. Rust creëren

5.4.1. Rust doorgeven

6. Oorzaken

6.1. Erfelijkheid

6.2. Persoonlijke eigenschappen

6.2.1. Snel angstig

6.2.2. Behoefte aan controle

6.3. Jouw levensomstandigheden

6.3.1. Traumatische gebeurtenissen

6.3.2. Stressvolle gebeurtenissen

7. Hoe vaak komt het voor?

7.1. 1 tot 3%

7.1.1. Van alle mensen in Nederland

7.1.2. Mannen en vrouwen is ongeveer gelijk

7.1.3. Op jonge leeftijd

7.1.4. Openbaart zich op rond het 20ste levensjaar

8. Soorten dwangstoornissen

8.1. Was-, schoonmaak- of poetsdwang

8.1.1. Bang voor vuil

8.1.2. Bang voor besmetting

8.1.3. Poetsen kan rust geven

8.1.4. Gevoel

8.1.4.1. Extreem bang

8.1.4.2. Vies zijn

8.2. Dwanggedachten

8.2.1. Beelden dat je word aangevallen

8.2.2. Bang voor een aanrijding

8.2.3. Bang dat je eigen kind je verwond

8.2.4. Gevaarlijke/scherpe voorwerpen achter slot en grendel.

8.3. Controledwang

8.3.1. Steeds kijken of het gas echt uitstaat

8.3.2. Steeds kijken of de achterdeur op slot zit

8.3.3. Steeds kijken of je alle lampen uitgedaan hebt

8.3.4. Steeds kijken of je de huissleutel nog hebt

8.3.5. Gevolg

8.3.5.1. Lang de tijd nodig

8.4. Dwangmatige perfectie of netheid

8.4.1. Alle naden moeten recht zitten

8.4.2. alle haartje moeten plat zitten

8.4.3. Alles in je huis moet recht liggen

8.4.4. Alles moet tot in de puntjes uitgewerkt worden

9. Laatste inzichten

9.1. Levenslang met dwang

9.1.1. TV-programma

9.2. De les

9.2.1. Lessen op school