1. Hoe kun het kind op de juiste manier begeleiden?
1.1. Juiste beleiding
1.1.1. Receptieveproblemen
1.1.1.1. Moeite met het begrijpen van taal
1.1.1.1.1. Zorg voor een goede akoestiek
1.1.1.1.2. Volg de adviezen van de logopedist op, laat ze dit goed uitleggen
1.1.1.1.3. Volg adviezen van andere professionals op en geef jouw observaties terug, tot dat de behandeling goed is
1.1.1.1.4. Heb geduld, het kind moet het wel uit kunnen spreken
1.1.1.1.5. Spreek in korte zinnen
1.1.1.1.6. Praat langzaam en kijk het kind aan als je iets wil zeggen
1.1.1.1.7. Herhaal belangrijke woorden of leg de nadruk op die woorden
1.1.1.1.8. Spreek in enkelvoudige zinnen
1.1.1.1.9. Als je activiteiten doet met kinderen met taalstoornissen, laat ze ook niet altijd bezig zijn met taal
1.1.1.1.10. Zorg ervoor dat opdrachten die je geeft helder zijn
1.1.1.1.11. Ondersteun je zinnen met gebaren
1.1.2. Productieproblemen
1.1.2.1. Moeite met het gebruiken van taal
1.1.2.1.1. Zorg voor een veilige omgeving
1.1.2.1.2. Oplettend zijn als een kind wil spreken
1.1.2.1.3. Spreek zelf duidelijk en langzamer dan je gewend bent
1.1.2.1.4. Benader elke poging van een kind om woorden uit te spreken positief
1.1.2.1.5. Laat kinderen weten en merken dat zij niet de enigste zijn
1.1.2.1.6. Herhaal wat je hebt begrepen en vraag door
1.1.2.1.7. Spreek kinderen met een voldoende taalbegrip op het juiste niveau aan
1.1.2.1.8. Gebruik andere manieren, zoals zingen
1.1.2.1.9. Stimuleer het kind om vragen te stellen
2. carrière
2.1. Onderzoek waar je goed in bent
2.2. Hulp bij het schrijven van solicitatiebrief
2.3. Hulp bij het opstellen van CV
2.4. Contact leggen met werkegevers
2.5. Begeleiding tijdens sollicitatiegesprekken
3. Filmpje
3.1. de Taaltrein - Voor jonge kinderen met moeite met horen, spreken of taal.
4. Wat houdt TOS in?
4.1. De taal in de hersenen zijn minder goed ontwikkeld
4.2. Moeite met leren van taal
4.3. Moeite met praten of begrijpen van taal
4.4. Sociaal emotioneel minder goed onder legt
4.5. TOS wordt veroorzaakt door genetische factoren en omgevingsfactoreren.
5. Wat kun je er aan doen?
5.1. Belangrijk, eerst onderzoeken
5.2. Ondersteuning
5.3. Koninklijke Kentalis
5.3.1. Begeleiding van mensen met TOS
5.3.2. Cursus omgang met mensen met TOS