1. leefomgeving
1.1. New node
1.2. New node
1.2.1. New node
2. werkplek
2.1. kantoor
2.2. thuis
2.3. derde werkplek
2.4. overal?
3. organisatie vd toekomst
3.1. talent
3.1.1. aantrekken
3.1.1.1. maatwerk
3.1.1.2. keuzevrijheid
3.1.2. onderwijs
3.1.2.1. moet flexibiliseren
3.1.2.1.1. leidt op voor beroep dat straks niet meer bestaat
3.1.3. (ver)binden
3.1.3.1. bruggenbouwers
3.1.3.1.1. employer/corporate brand is niet meer
3.1.3.1.2. maar wordt accumulated personal brand
3.1.4. kloof
3.1.4.1. online medewerker
3.1.4.2. offline medewerker
3.2. organisatiestructuren
3.2.1. traditioneel
3.2.1.1. houdt op te bestaan?
3.2.1.2. trekt bepaald soort medewerker aan
3.2.2. nieuw
3.2.2.1. netwerk
3.2.2.1.1. geen stafafdelingen
3.2.2.2. plat
3.2.2.3. transparant
3.2.2.4. onbegrensd
3.2.2.5. wederkerigheid
3.2.2.6. waardecreatie
3.2.2.7. contextueel leiderschap
3.2.2.7.1. dynamische democratie
3.2.3. niche / mosquito
3.2.3.1. wendbaar
3.2.3.2. innovatiekracht
3.2.3.3. personal touche
3.3. communicatie
3.3.1. social media
3.3.1.1. vervagende grenzen
3.3.1.1.1. privé
3.3.1.1.2. zakelijk
3.3.1.2. één op één
3.3.1.3. e-mail op retour
3.3.1.3.1. vermenging verschillende toepassingen
3.3.1.4. identiteit
3.3.1.4.1. authenticiteit
3.3.1.4.2. meerdere identiteiten
3.3.2. gadgets
3.3.2.1. wij dienen gadgets
3.3.2.1.1. gadget creëert behoefte
3.3.2.2. gadgets dienen ons
3.3.2.2.1. bewuste behoefte
3.3.2.2.2. onbewuste behoefte
4. overheid
4.1. kloof met burger
4.1.1. burgerparticipatie & besluitvorming
4.1.1.1. versimpelen
4.1.1.2. eerder betrekken
4.1.1.3. transparanter
4.1.1.4. interactiever
4.1.1.5. krokantiseren
5. technologie
5.1. w node
6. mobiliteit
6.1. mobiliteitsgedrag
6.1.1. verleiden tot verandering
6.1.1.1. fun factor
6.1.1.2. uitdragen van identiteit
6.1.1.3. reizen is beleving
6.2. technologie
6.2.1. capaciteit afstemming vraag & aanbod
6.2.2. op maat gemaakt
6.2.3. soorten vervoer vullen elkaar aan
6.3. beleving
6.3.1. reizen is verrijken
6.3.1.1. innovatiewagons
6.3.2. reizen is verbinden
6.3.2.1. travel2meet
6.4. tijd
6.4.1. eigen tijd
6.4.2. reis tijd
6.4.3. verloren tijd
6.5. werkplek
6.5.1. centrale "corporate" werkplek
6.5.2. thuiswerkplek
6.5.2.1. kantoor wordt een app
6.5.3. derde werkplek
6.5.3.1. flexplek met reisafstand
6.5.3.2. flexplek zonder reisafstand
6.5.3.2.1. kantoor wordt een app
6.6. vervoer
6.6.1. individueel
6.6.1.1. fun
6.6.1.2. authentiek
6.6.1.3. duurzaam
6.6.1.4. op maat gemaakt
6.6.2. collectief
6.6.2.1. efficient
6.6.2.2. duurzaam
6.6.2.3. geintegreerd
6.6.2.4. op afroep
6.7. "of" wordt "en"
6.7.1. trein/bus/tram
6.7.2. taxi
6.7.3. (leen) fiets
6.7.4. (leen/lease) auto