1. PREVENTIE
1.1. Universele of primaire
1.1.1. DE GEZONDE MENS
1.2. Selectieve, geïndiceerde of secundaire
1.2.1. Risicogroepen
1.2.2. Mensen met beperkte symptomen
1.2.3. Opsporen en vroegtijdig behandelen
1.3. Zorggerelateerde of tertiaire
1.3.1. DE ZIEKE MENS
1.3.1.1. PVO
1.3.1.1.1. Informatie (feitelijk)
1.3.1.1.2. Instructie (richtlijnen/voorschriften)
1.3.1.1.3. Educatie (uitleg)
1.3.1.1.4. Begeleiding/coaching (emotioneel ondersteunen)
2. BELANG VOOR OVERHEID
2.1. Democratisch beleid
2.2. Kostenbesparing
2.3. Gezonde levensstijl
3. WAT?
3.1. Gezondheidsvoorlichting en opvoeding
4. DOEL?
4.1. Gezondheid bevorderen
4.2. Ziekte bestijden
4.3. Gevolgen van ziekten en handicaps beperken
4.4. Mensen helpen hun gezondheidsproblemen te hanteren
5. UITGANGSPUNTEN
5.1. Kijken naar Gezondheidsdeterminanten (= oorzaken)
5.1.1. Endogene factoren
5.1.1.1. Genetische factoren
5.1.1.2. Verworven eigenschappen
5.1.2. Omgevingsfactoren
5.1.2.1. Natuurlijke omgeving
5.1.2.1.1. Fysiek
5.1.2.1.2. Chemisch
5.1.2.1.3. Biotisch
5.1.2.2. Maatschappelijke omgeving
5.1.2.2.1. Arbeidsomstandig- heden
5.1.2.2.2. Demografisch
5.1.2.2.3. Sociaaleconomisch
5.1.2.2.4. Politiek
5.1.3. Leefstijl
5.1.3.1. Individueel gedrag
5.1.3.2. Collectief gedrag
5.1.4. Gezondheiszorg
5.1.4.1. Zorgvoorzieningen